i
VMS
DE PADEN OP
in*
ALS KANT, ZÓ MOOI
door Rinus Antonisse
Met:
Anneke Huissoon uit Kamperland, huisvrouw, doet
vrijwilligerswerk, lid wandelclub Vrouwen van Nu
(voorheen plattelandsvrouwen) Noord-Beveland.
Gids:
Erik Speksnijder, medewerker ecologie stichting
Het Zeeuwse Landschap en beheerder heemtuin
Terra Maris.
Waar:
de inlagen Keihoogte en Vlietepolder aan de
noordkust van Noord-Beveland.
Vanaf de Oosterschelde drijft de ene na de andere
somber grijze wolk het land op. Prima weer om te
wandelen. Kamperland zit vol, de toeristen
vermaken zich er. Nabij inlaag de Keihoogte is het
rustig. Alleen wat fietsers, gestoken in hun strakke
pakken, rijden langs. In de zomertijd mag Zeeland
dan flink vol zitten, langs de noordkust van
Noord-Beveland is daar weinig van te merken.
Erik Speksnijder is daar blij mee. 'Het is alle seizoenen
door erg mooi. En ik geniet van alle vogels die er
zitten.'Een eerste blik op inlaag Keihoogte bevestigt
dat hij niet overdrijft. Tot ongeveer 1980 lagen er de
Wissenkerkse duintjes en dat is nog goed te zien aan
het bodempatroon. Er groeit bovendien volop
duindoorn. Anneke Huissoon is benieuwd of die
struiken worden weggehaald? Op een gegeven
moment moet we ze maaien, geeft Erik aan.
Hij wijst op de wasachtige bladeren van de plant.
Paardenhouders gebruikten die wel om de huid van
hun dieren te laten glanzen.'En de vruchten zijn heel
gezond, er zitten veel vitamines in, maar ze zijn wel
erg zuur.'
Boven de in 1980 aangelegde nieuwe zeedijk,
waardoor de inlaag ontstond, steekt net een dakje
uit. Anneke weet waarvan het is.
'Een dijkbewakingshuisje van vroeger. Het is bij de
dijkversterking gespaard gebleven.'Van dichtbij ziet
het er wat verfomfaaid uit. Wat wil je, zo vlak aan
Ittnaf j Af» A'
i. 3^
de vloedlijn. Het is cultureel erfgoed, passend bij de
glooiing van basaltblokken en houten palen.
Intussen zorgt een overvliegende jonge bruine
kiekendief voor enige onrust onder de kluten, die
foerageren in het karreveld Waterhoefje naast de
inlaag. Op weg naar de vogelkijkhut ontdekt Anneke
op de grond de kleine zwart-geel gestreepte rups
van de Sint-jacobsvlinder, een dagactieve
nachtvlinder. Het kan niet missen: vlakbij staan de
kaalgevreten stengels van het gele jacobskruiskruid.
'Ik stond vroeger nooit zo stil bij de natuur.
Als je ouder wordt, is het net alsof je er meer
belangstelling voor krijgt', zegt Anneke.
De kijkhut oogt splinternieuw. Afgelopen winter
neergezet, ter vervanging van de oude, die in brand
gestoken was. De hut is wat verdiept aangelegd en
biedt door de kijkgaten een prachtig gelijkvloers
uitzicht op de waterplas en vele vogels die er
vertoeven. Erik ratelt: kemphaan, zwarte ruiter, kluut,
lepelaar, scholekster, tureluur, witte kwikstaart,
oeverloper en de tegenwoordig het jaarrond overal
aanwezige grauwe gans. Door de kijker verbaast
Anneke zich over de grote snavel van de tamelijk
kleine zwarte ruiter. Die kan daarmee goed in het slik
peuren. Erik legt uit dat de zwarte ruiter en de
kemphaan slechts even te gast zijn. 'Het zijn
noordelijke vogels, die in Scandinavië broeden en op
weg zijn naar de zuidelijke overwinteringsgebieden.
ZEEUWS -18-LANDSCHAP