VIJF INLAGEN
Ze maken een tussenstop, op weg naar Afrika.
Ze eten zich hier vol en ruien. Dat is de grote waarde
van het deltagebied.'
Ietwat verbaasd merkt Anneke op dat de vogels in
en rond de plas best wel lawaai maken.'Het is niet
zo rustig. Maar heel leuk de vogels te observeren,
zonder dat ze het in de gaten hebben.' De ene
lepelaar tussen de troep grauwe ganzen staat lekker
te dutten. De vogel broedt hier niet, maar wel elders
in Zeeland. Erik:'Het is een soort die het goed doet.
Dat geldt voor meer watervogels, mede dankzij de
natuurontwikkeling.'
van een gestileerde vogel.
'En ik heb altijd gedacht dat het zo heette omdat de
vogels het aten', reageert Anneke verrast.
Dat is ze ook over het totale beeld van de wandeling.
'Ik heb er nooit bij stilgestaan dat Noord-Beveland
qua landschap en natuur zo mooi is.
En het is interessant om als je er loopt, wat meer te
weten over de plantjes en vogels die je ziet.'
Antonisse is journalist en redactielid van
Zeeuws Landschap.
Op naar de volgende inlaag: Vliete. De route voert
langs de buitenkant van de zeedijk. Aan de
binnenzijde valt de royale hoeveelheid wilde peen
op. 'Het is net kant, zó mooi', vindt Anneke.
Eetbaar en de voorloper van onze oranje worteltjes,
vult Erik aan. Zo is het trouwens met veel planten,
ook buitendijks. De zeealsem wordt gebruikt in
likeurtjes en van de zeevenkel zeggen ze dat hij naar
asperges smaakt. Zandkool ruikt net als ruccola.
Inlaag Vliete bevat minder open water en meer
begroeiing. Op het eerste gezicht ook minder vogels
Het tijdstip, later in de middag, zit niet mee.
Dan jubelen de vogels minder. Goed kijken en
luisteren leert dat ze er wel degelijk zijn. In de
meidoorns verpozen ringmussen, in een plas
badderen spreeuwen, op een paaltje zit een
houtduif en het kneutje laat zich horen.
In het riet van Vliete groeit veenmos en dat is
olgens Erik heel bijzonder. Het vormt drijftillen en
het veert. Volop paddenstoelen en ook, al
uitgebloeide, wilde orchideeën als moeraswespen-
orchis en rietorchis. Zilte zegge duidt op een beetje
zoute invloed. Erik attendeert op watermunt, die als
munt geurt en waarvan je thee kunt zetten.
Als je tussen het gras kijkt zie je nogal wat planten
opkomen', constateert Anneke.
Erik laat zien waar de naam vogelwikke vandaan
komt. Het bloempje van deze plant heeft de vorm
Het Zeeuwse Landschap beheert aan de noordkust
van Noord-Beveland vijf inlagen, van west naar oost:
Thoornpolder, Kei hoogte, Vliete, 's Gravenhoek en
Oesterput. Ze zijn achter de zeedijk aangelegd, om
bij een dijkval of -doorbraak het vollopen van de
achterliggende polders te voorkomen.
Een soort veiligheidsverzekering dus.
Plaatselijk worden ze kupen genoemd en dat zijn het
ook: kleine poldertjes, met een tweede dijk achter de
zeedijk.
De klei voor die tweede dijk werd vroeger uit de
inlaag zelf gehaald, waardoor verlaagde en natte
situaties ontstonden. Waar de zeedijk werd versterkt
met grond die direct achter de dijk werd
weggegraven, ontstonden zogenoemde karrevelden.
Het landschapsbeeld varieert van moerassig en
rietvelden tot open water. De natuurwaarden zijn
groot, zowel wat flora als fauna betreft.
De meeste inlagen zijn zoet.
In 's Gravenhoek zijn drie vogeleilanden aangelegd.
De inlagen zijn niet toegankelijk, maar prima vanaf
de dijken te bewonderen.
Foto links
Rups
Sint-Jacobsvlinder
(R. Antonisse)
ZEEUWS -19-LANDSCHAP