mmm
1 fc
Bp r? s 15
HOLLANDS GLORIE
5
mantelmeeuwen beginnen zich dan in de duinge
bieden aan beide kanten van de N57 te vestigen,
vooruitlopend op de eileg vanaf april. Wat andere
broedvogels betreft zijn hier jaarlijks verscheidene
bijzonder soorten in flinke aantallen aanwezig, zoals
bijvoorbeeld eidereenden, visdieven, dwergsterns,
bontbekplevieren (alle al vanaf de jaren negentig),
en sinds kort ook lepelaars. Bijzondere broedvogels
van het duinstruweel zijn de kneu, nachtegaal en
grasmus.
Naast de vogelrijkdom vormt de hoge konijnenstand
een belangrijk en opvallend kenmerk van Neeltje
Jans. Normaal gesproken zouden hier, vanwege de
geïsoleerde ligging, geen konijnen voorkomen.
De oorsprong van deze stabiele eilandpopulatie is
stand sterk ten goede. Konijnen kunnen, al knagend,
de struweelontwikkeling plaatselijk beperken, en
monotone helmgrasvlakten omvormen in soorten-
rijke, kort gegraasde duingraslanden. Broedvogels
waarvan de aanwezigheid gerelateerd is aan
konijnenholen zijn onder andere bergeend en de
zeldzame tapuit. Bergeenden broeden reeds op
Neeltje Jans.
Gevraagd naar de belevingswaarde van Neeltje Jans
krijg je van Zeeuwen nogal wisselende reacties.
De sceptici vinden Neeltje Jans te kunstmatig en
te beperkt, terwijl de liefhebbers juist geboeid de
ontwikkelingen volgen. Als je het vraagt aan
mensen, vaak toeristen, die met een excursie het
Foto's boven
Oktober 1990;
het prille duinland
schap op Neeltje
Jans met de brug
over Roompotsluis
op de achtergrond.
De sluftervallei heeft
nog een beperkte
omvang.
(G-JButh)
Rechts: dezelfde
locatie in
oktober 2011.
(G.J. Buth)
-
r
m
dan ook geheel van menselijke aard. In de jaren
tachtig woonden werkmensen in barakken op
Neeltje Jans, compleet met groentetuintjes en
huisdieren. Bij het opbreken van dit werkkamp zijn
konijnen achter gelaten. Vooral de eerste jaren
liepen er hier zowel witte, zwarte en grijze konijnen
rond. In de loop van de tijd is de grijze wildkleur in
deze eilandpopulatie dominanter geworden.
Een goede konijnenstand in duingebieden, wat door
ziekten in weinig kustgebieden het geval is, komt
de variatie in zowel vegetatietypen als broedvogel-
eiland bezoeken, dan zijn de reacties enthousiaster.
Iemand vatte het als volgt samen: 'Je ziet inderdaad
nog de kunstmatige trekken van de aangelegde
natuur, maar je bent hier ook telkens vlakbij de
waterkant in allerlei spannende vormen. Ook de
imposante stormvloedkering is alom aanwezig.
Dit is hoe wij het doen in Nederland, dit is op en top
Hollands Glorie.'
dr. GJ.C. Buth is stafmedewerker van stichting Het
Zeeuwse Landschap
UBfia^nÊSBBS
Foto's boven
Links: smal vlieszaad,
een dominante
pioniersoort uit de
beginjaren zorgde
voor luwte, waardoor
andere planten
soorten zich konden
vestigen.
Rechts: de dominante
soort van nu:
duindoorn
(GJ. Buth)
ZEEUWS -13-LANDSCHAP