Chiel Jacobusse
Er bestaat geen heerlijker geluid dan dat van een vogelrijk
weiland zo rond half april. Boven je hoofd twee, drie
veldleeuweriken tegelijk en overal om je heen het drukke
gedoe van zenuwachtig rondrennende tureluurtjes, deftig
paraderende grutto's en buitelende kieviten. Vanuit een
slootkant maakt een graspieper al zingend zijn lusvormige
zangvluchten en op een weipaaltje klinkt het onbeduidende
getsjilp van een gele kwikstaart. Op het prikkeldraad zit
een hele rij boerenzwaluwtjes te keuvelen en een schuchter
waterhoentje sluipt langs de watergang.
WEIDEVOGELS
IN DE MOE
ZEEUWS -14-LANDSCHAP