GEMAAKT VOOR DE VEILIGHEID
INLAGEN VAN
NOORD-BEVELAND
Erik Speksnijder, met medewerking van Ad Beenhakker
Bij de meeste Bevelanders is wel bekend dat er langs de kust van Noord-Beveland, vanaf
strandgebied De Banjaard tot Colijnsplaat, een aantal bijzondere gebieden ligt. Buiten de
Bevelanden is dat minder bekend. Mijn eerste kennismaking met de kust van Noord-Beveland
was toen m'n vader mij - ik zal een jaar of 10 geweest zijn- op een dag mee nam om daar te
gaan vissen. Het samen met je vader iets doen maakt dat ik me deze dag nu nog herinner, maar
ik herinner me ook de pracht van die kust. Wat een rust en schoonheid. Ik heb die dag genoten,
hoewel de visvangst magertjes was!
Foto
Slobeend
(Erik Speksnijder)
In de Middeleeuwen werd het oorspronkelijke
schorrengebied van Noord-Beveland rondom
voorzien van een lange zeekerende ringdijk; een
paar eeuwen lang groeiden de dorpen op dit nieuwe
eiland voorspoedig.
Het nadeel van één zo'n lange dijk werd duidelijk
tijdens 'Sint Felix quade Saterdach', 5 november
1530. Tijdens de storm die dag begaf de zeedijk het
en overstroomde het grootste gedeelte van Noord-
Beveland. Na een andere novemberstorm,
2 jaar later, moest heel Noord-Beveland als verloren
worden beschouwd. Wat resteerde na 1532 was
opnieuw één groot schorrengebied. Als zichtbaar
aandenken aan de veertien verdronken dorpen
stonden de torens van Wissenkerke en Kats nog
overeind. Pas aan het einde van de 16e eeuw werd
dit schorrengebied langzaam weer teruggewonnen
op de zee. Dan begint ook de geschiedenis van de
huidige inlagen die te vinden zijn aan de noordkust
van Noord-Beveland.
Ooit dienden deze inlagen om de zeedijk van de
'nieuwe', veelal 17e eeuwse polders te beschermen
tegen een mogelijke dijkval. Dijkvallen kwamen
hier regelmatig voor, omdat de geul van de huidige
Roompot vlak langs de zeedijk liep. Soms zakte een
heel dijkdeel plotsklaps weg. Meestal gebeurde dit
bij laag water, door het wegvallen van tegendruk in
combinatie met een onstabiele zandige ondergrond.
De inlagen met hun tweede dijk achter de zeedijk
beschermden het achterland bij een doorbraak
of dijkval tegen al te veel landverlies. Vaak werd
de grond voor de inlaagdijk uit de inlaag zelf
gehaald, waardoor hier een verlaagde en natte
situatie ontstond. Soms ook werd gekozen voor
het versterken van de zeedijk met grond die direct
achter de dijk werd weggegraven; zo ontstonden er
'karrevelden'.
ZEEUWS -20-
LANDSCHAP