SAEFTINGHE In 1975 werd het beheer van
het Rijksgedeelte van het Verdronken Land van
Saeftinghe overgedragen aan Het Zeeuwse
Landschap, nadat enkele jaren daarvoor van
Rijkswege besloten was om voor natuurgebieden
per hectare een vaste bijdrage aan beheersubsidie
te verstrekken. Door die twee dingen was het
mogelijk om de organisatie die tot dat moment
uitsluitend op vrijwilligerswerk dreef, om te
bouwen tot een professionele organisatie met
beroepskrachten. Dat begon met de aanstelling
in 1975 van een "conservator" van het Verdronken
Land van Saeftinghe, in de persoon van Jos Neve.
Jos is nog steeds in dienst, maar heeft er inmiddels
zo'n 40 collega's bij gekregen. Al spoedig volgden
een directeur en een beheerder, die de basis legden
voor verdere uitbreiding. Vanaf 1980 kwam de
uitbreiding van het bezit in een stroomversnelling.
Er was een niet aflatende reeks aankopen, die tot op
de dag van vandaag doorgaat, zij het dat de politieke
constellatie en de daaraan verbonden bezuinigingen
van dit moment voor stagnatie zorgen.
ACHTERBAN Al heel vroeg in de archiefstukken is
sprake van leden van het Landschap; tegenwoordig
noemen we ze donateurs. In 1939 worden ze voor
het eerst genoemd in de archiefstukken, dan zijn
het er 126. Hun aantal nam in de loop van de tijd
geleidelijk toe. Al in de oudste stukken is af te lezen
hoe belangrijk zij werden geacht voor het bestaan
en de groei van de stichting. En nog steeds zijn
de donateurs van groot belang: zij vormen de
directe achterban van de organisatie, en zijn een
afspiegeling van het draagvlak voor natuur- en
landschapsbescherming in de provincie.
De brief met kenmerk "nr. 1/1936", begint met de
mededeling dat"ln een op heden in een der lokalen
van de Abdijgebouwen gehouden bijeenkomst,
is besloten tot oprichting van de Stichting Het
Zeeuwsche Landschap." De doelstelling van de
nieuwe stichting wordt ook geformuleerd:
"De Stichting stelt zich ten doel het bevorderen
van het behoud van natuur- en landschapsschoon
in Zeeland." En dat is tot de dag van vandaag nog
steeds het doel van de stichting. Het belangrijkste
middel om dat doel te bereiken was en is nog steeds
het in bezit verwerven en beheren van waardevolle
terreinen. Dat is tientallen jaren, tot 1974, heel
beperkt gebleven. Het begon met het beheer van
het Zwin, in 1939; zeer mondjesmaat werd daar in
de opvolgende jaren en decennia aan toegevoegd,
een vliedberg hier, een grenslinde daar. Een echte
klapper kwam met het in beheer nemen van een
groot deel van het Verdronken Land van Saeftinghe,
in 1976. Vanaf dat moment ging het gestaag verder.
Tegenwoordig beheert het Landschap ongeveer
9000 hectare.
Met het groeien van het aantal donateurs, groeide
ook de behoefte om hen van informatie te
voorzien. Een eigen tijdschrift leek daarvoor een
belangrijk middel. Na een aantal jaren waarin samen
met andere organisaties het tijdschrift Zeeuws
Nieuws werd uitgegeven en een kortstondige
samenwerking met de ZMF in Wantij, werd vanaf
1985 het tijdschrift Zeeuws Landschap uitgegeven.
In 1986 werd het 50-jarig jubileum gevierd. Als
eerste natuurorganisatie in Nederland organiseerde
HZL een huis-aan-huis mailing in de hele provincie.
De sticker "Ik hou van mijn Zeeuwse Landschap"
werd met veel succes geïntroduceerd en aan nieuwe
donateurs werd het boek Mens, Zee Land als
welkomstgeschenk in het vooruitzicht gesteld. Dat
werkte! Het aantal donateurs verdubbelde. Het
concept van huis-aan-huis mailing werd landelijk
door tal van collega-organisaties overgenomen en
ook in eigen huis werd het diverse keren met succes
herhaald. De laatste jaren is het aantal donateurs
iets afgenomen, maar het zijn er nog steeds ruim
10.000. We werken eraan de weg naar boven weer
te vinden. Op weg naar het 75-jarig jubileum is er
daarna nog veel gebeurd. Het werkveld van Het
Landschap heeft zich flink uitgebreid. Allereerst in
letterlijke zin. Zo kreeg eind 2001 de stichting haar
eerste grote duingebied in beheer, het prachtige
Oranjezon op Walcheren (430 ha) en in 2008 het
bosrijke waterwingebied bij Clinge en St. Jansteen
in Oost-Zeeuws-Vlaanderen (400 ha). Tussendoor
vonden vele kleinere verwervingen plaats.
Uitbreiding was er ook op het veld van voorlichting
en informatievoorziening over natuur en landschap.
Na de realisatie van het Bezoekerscentrum bij Het
Verdronken Land van Saeftinghe werd in 2004
het Zeeuws Biologisch Museum bij Oostkapelle
overgenomen en met steun en medewerking van
de Provincie Zeeland omgevormd in Terra Maris, hét
museum voor natuur en landschap in Zeeland. Ook
het boerenland buiten de natuurgebieden kreeg
aandacht. Zo werd in 2006 de monumentale maar
ruïneuze Hoeve van der Meulen met bijbehorende
landerijen verkregen. Inmiddels is de boerderij weer
in oude glorie hersteld en zijn leeuwerik, patrijs en
zomertortel weer teruggekeerd op de landerijen,
ledereen kan er van genieten door het netwerk van
voetpaden.
BLIJVENDE TAAK Zo is de stichting tot de dag
van vandaag bezig met beschermen van natuur
en landschap. Maar we moeten constateren dat
we nu, bij het 75-jarig jubileum, helaas met een
anti-natuurstemming te maken hebben. Met
noodzakelijke bezuinigen als aanleiding wordt
een abrupt einde gemaakt aan de aanleg van de
Ecologische Hoofdstructuur en worden de financiële
middelen voor het beheer van bestaande natuur
dramatisch teruggeschroefd.
Daarmee komt ook het behoud en herstel van de
verscheidenheid aan planten en dieren in
Nederland in gevaar. We hopen dat de tegenwind
tijdelijk zal zijn.
Eén ding is zeker: ook na 75 jaar zal Het Zeeuwse
Landschap met alle mogelijkheden die de stichting
heeft, zich blijven inspannen voor de bescherming
van natuur en landschap. Want: Zeeland blijft niet
vanzelf mooi, daar moeten we aan blijven werken!
Foto
Het Zwin was
(in 1939) het
eerste gebied dat
bij Het Zeeuwse
Landschap in
beheer kwam
(ChielJacobusse)
ZEEUWS -5-LANDSCHAP