VAN DE ENE OP DE ANDERE DAG HET GETIJ UIT HET GEBIED WINST OF VERLIES? Maar de vegetatie is compleet anders geworden. Zoutvegetaties van voorheen zijn vervangen door een mozaïek van bos en open ruimten. Tientallen verschillende struiken en bomen, veldjes met adelaarsvaren, prachtige vegetaties met duinvalleisoorten en in de kreken nog een laatste restantje zoutplanten als selderij en heen. In plaats van het luidruchtige koor van schreeuwende kokmeeuwen horen we nu het gekweel van de boompieper en in plaats van de vele tureluurs hebben we nu oeverzwaluwenkolonies en blauwborsten. Verlies? Winst? Wie het weet mag het zeggen. ZELDZAME FLORA EN FAUNA meeste foeragerende steltlopers van voorheen hadden hier niets meer te zoeken. Na een korte interim-periode waarin de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) de scepter zwaaide in het gebied, werd het Zeeuwse deel in erfpacht overgedragen aan Het Zeeuwse Landschap. Totaal ging het om zo'n 600 hectare, waarvan ongeveer de helft water. Van het landgedeelte neemt het voormalig schorgebied Slikken van de Heen verreweg het grootste deel in. Dat is qua landschappelijke opbouw gebleven zoals het was, dus met kreken, oeverwallen en kommen en met grotere hoogteverschillen en kronkelender geulen naarmate je verder landinwaarts komt. doorgang vindt. Want het levert veel problemen op (bijvoorbeeld voor de zoetwatervoorziening voor de landbouw) en bovendien is de urgentie er wat af omdat de blauwalg-ontwikkeling door natuurlijke oorzaken wat lijkt af te nemen. Terug naar het land. Het deelgebied Plaat van de Vliet is een voormalige zandplaat van zo'n 50 hectare. Daar is een wandelpad dat leidt naar een fraaie observatiehut, die uitzicht biedt op het er voor gelegen vogeleiland. Daar broeden in het voorjaar kluten, visdieven en plevieren en rond het eiland zijn het hele jaar watervogels als de kuifeend, de krakeend en de knobbelzwaan present. De begroeiing van de Plaat van de Vliet telt heel veel soorten. De vochtige, kalkrijke zandbodem staat garant voor bijzondere planten als parnassia, winterbitterling, bonte paardenstaart, moeraswespenorchis, rietorchis en nog tal van andere. Nog steeds zijn er vrijwel jaarlijks nieuwe soorten die zich vestigen. Langs de oevers van de plaat groeien zeldzame rivierplanten als het slijkgroen en de maskerbloem samen met onder meer blauwe waterereprijs en goudzuring. Het is een wereld zo rijk aan soorten dat bezoekende botanici er paf van staan. Zeker is dat het allemaal niet vanzelf gegaan is. Allesbepalend voor de landschapsontwikkeling was de begrazing in het gebied. Begrazing met prachtige dieren als Schotse hooglanders en Shetlandpony's. Door een uitgekiende begrazingsdruk is het gelukt om het afwisselende landschap van nu te realiseren. Een landschap dat ook voor het publiek volop te beleven is. Het Zeeuwse Landschap heeft er wandelroutes, een vogelkijkscherm en een uitzichttoren gerealiseerd die volop mogelijkheden bieden om dit magnifieke ruige gebied te ondergaan. Intussen lijkt het erop dat er opnieuw een rigoureuze verandering aankomt. Het Krammer-Volkerak had jarenlang te kampen met blauwalgen die het water in de zomer vies maakten en zelfs vergiftigden. Zo erg dat bijvoorbeeld wintertalingen er met vele honderden stierven. Een andere oplossing dan het opnieuw zout maken van het gebied lijkt niet voorhanden. Het wordt dan wel met een beperkte getijslag en dat zal er zeker niet toe leiden dat het gebied haar eerdere karakter terug krijgt. Waarschijnlijk wordt het iets tussen de oude en de huidige situatie in, tenminste.... als de verzilting Een laatste bijzonderheid zijn de eilandjes die in het water zijn aangelegd om te dienen als een soort vooroeverbescherming. Ze werden door Rijkswaterstaat gemaakt om de ontwikkeling van uitgestrekte oevervegetaties te bevorderen, maar die intentie is mislukt door de vele grazende watervogels als grauwe ganzen en knobbelzwanen. Evengoed zijn die eilandjes een geweldige toevoeging. De zeldzame noordse woelmuis leeft er, en op wisselende locaties broedt een kolonie lepelaars. Eilandjes waar spontaan bos is opgeslagen vormen het woongebied van de havik en de bonte specht, maar ook reeën zijn hier regelmatig te vinden. De "zoete achterkant van Zeeland" is eigenlijk met geen ander gebied te vergelijken. Behalve de rijke flora en fauna is er een heel mooi landschap. En dankzij allerlei voorzieningen ook nog eens volop mogelijkheden om er van te genieten. ZEEUWS - 7-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2011 | | pagina 7