IN HET SLAAK VINDEN NATUUR- EN MOSSELSECTOR ELKAAR DE PADEN OP... BELANGRIJK FOERAGEERGEBIED i IMiH door Rinus Antonisse Foto Het oostelijke Romoirtschor kent een scherpe steile overgang naar het slik. (C.Jacobusse) Albert Nieuwenhuize uitYerseke, mosselkweker en bestuurslid van de Productorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur. Chiel Jacobusse, hoofd ecologie van Het Zeeuwse Landschap (HZL). 3 de Rumoirtschorren tussen de voormalige veerhaven Anna Jacobapolder en de Philipsdam. Buitendijks langs Sint Philipsland beheert stichting Het Zeeuwse Landschap (HZL) circa 1250 hectare water, slikken en schorren. De Rumoirtschorren, aan de west- en noordkant van het eiland vormen daar een onderdeel van. En ook de Bruinisser stelberg, de laatst overgebleven buitendijkse hollestelle in Zeeland (vluchtplaats met drinkput voor herder en schapen bij hoge vloeden). Aan mosselkwekers worden kweekpercelen verhuurd. Op de schorren is een verscheidenheid aan planten te vinden. In de bodem leven allerlei dieren. Die vormen prima voedsel voor de vele aanwezige steltlopers als de rosse grutto en scholekster die er tijdens laagwater massaal foerageren. Net als de Krabbenkreek aan de zuidzijde van Flipland, zijn de Rumoirtschorren prima te be kijken vanaf de zeedijk. Deze gebieden mogen tijdens laagwater niet betreden worden om de voedselzoekende vogels niet te verstoren. Bovenop de zeedijk is het beeld overweldigend. De voor Zeeland zo kenmerkende ontmoeting van water en land. Alles is er. Tussen twee overkanten een rustig kabbelende stroomgeul. Langs de ran den, dankzij het achtergebleven getijdenslib, brede slikken en schorren. Het schorrenpaars van de vele velden bloeiende lamsoor, de driftig etende steltlo pers, de eenzame aalscholver hoog op een paal en de zilte geur die hoort op de grens waar het polder land plaats maakt voor de zee. Ter hoogte van het breedste stuk Rumoirtschorren trekt binnendijks in het vlakke land het groen van het Bosje van Klompe de blik. Vlakbij ligt hoeve La Solitude, waar een proef met mosselkweek op land wordt gedaan. Aan de overkant van het in de zon glinsterende Slaak dringen de gebouwen van de Krammersluizen zich op en piekt de uitkijktoren op de Philipsdam. In het water liggen grijze en gele tonnen en lange buizen. Ze zijn van de mosselzaad- invanginstallaties (eronder hangen touwen waar aan mossellarven zich hechten). Het domein van de mosselkwekers, die percelen huren van HZL. De inkomsten zijn zeer welkom voor de stichting, want voor het beheer van water en slikken krijgt ze geen subsidie. Yersekenaar Albert Nieuwenhuize (familiebedrijf, drie kotters) kweekt op zijn percelen de mosselen op van zaad tot halfwas.'Het Slaak is een goede bewaar- ZEEUWS -18-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2012 | | pagina 22