Tekening De uitgestrekte polder van Sint Annaland dateert van
Gezicht op 1467. Deze polders hebben een ander karakter dan de
Poortvliet oudere. Ze hebben een rechthoekige verkaveling met
(A. Beenhakker) kaarsrechte wegen. Hier werd de inrichting niet door
de natuur bepaald, maar door de landmeter. Dit geldt
trouwens ook voor de Stavenissepolder, die van 1506
tot 1599 onder water stond en daarna opnieuw werd
ingericht. De dorpen Sint Annaland en Stavenisse zijn
ook al volgens een vast plan gebouwd met een Voor
straat tussen de kerk en de haven. Het landschap van
Noord-Tholen lijkt op dat van naburige gebieden als
Sint Philipsland, de Bruinissepolder en Overflakkee. De
landaanwinning kwam hier veel later op gang, omdat
het ook eeuwen langer duurde voordat een voldoend
dikke kleilaag was afgezet. Het veen lag hier nog lang
aan de oppervlakte en er werd veel zeinering bedreven;
Foto veenontginning voor de zoutwinning. Dit zout werd
DeSchakerloo- gefabriceerd in de zoutketen van Zierikzee, Steen-
poideraan de zuid- bergen en Zevenbergen. Van de oorspronkelijke
kant van Tholen. geulen tussen de eilandjes is alleen de Pluimpot,
die in 1556 werd afgedamd, nog herkenbaar als een
kronkelende strook grond, de Smaalzijpolder, tussen
twee lange dijken: een prachtig dijkenlandschap.
Tholen telt maar weinig kreken; alleen de Breedenv-
liet tussen Stavenisse en Sint Annaland, en de kreek
in de Van Haaftenpolder, die de fraaie naam Stinkgat
draagt, vallen nog op.
In 1944 werd het hele eiland Tholen, behalve het
stadje, door de Duitsers onder water gezet om even
tuele luchtlandingen van de geallieerden te voor
komen. Deze inundatie duurde ongeveer een half
jaar, tot de bevrijding in oktober 1944. De bevolking
werd toen grotendeels geëvacueerd. Het herstel van
het landschap was nog maar net begonnen toen de
Stormramp van 1953 kwam. Ook nu werd het eiland
zwaar getroffen; vele dijken braken door. In Stavenis
se, waar het dorp in de nacht werd overvallen door
een plotselinge dijkdoorbraak, vielen 153 slachtof
fers op een totale bevolking van 1700.
Net als op Schouwen-Duiveland werd op het eiland
Tholen na de ramp een herverkaveling uitge
voerd, waarbij vele oude graslanden, vooral in de
Poortvlietse Moer, verdwenen. In tegenstelling tot
Schouwen werden echter de meeste binnendijken
gehandhaafd, zodat Tholen nog altijd een fraai
dijkenpatroon laat zien. In 1957 werd ook het laatste
restje van de Pluimpot afgedamd, waardoor de
haventjes van Sint Maartensdijk en Scherpenisse
verdwenen. Ook na de uitvoering van het Deltaplan
bleef Tholen min of meer geïsoleerd, ook al werd het
door dammen met Zuid-Beveland en Sint Philipsland
verbonden. Het wordt nog altijd aan drie kanten
door zout water omspoeld en is nog steeds een stil
land met prachtige vergezichten.
De laatste jaren heeft Tholen er nogal wat nieuwe
natuur bij gekregen. Het Rammegors tussen
de Krabbekreek en de Schelde-Rijnverbinding,
oorspronkelijk bedoeld als gronddepot voor de
Deltawerken, ontwikkelde zich tot een aantrekkelijk
natuurgebied. En in het kader van het Plan Tureluur
werden de karrevelden en inlagen langs de Oos-
terschelde tussen Gorishoek en Strijenham omge
vormd tot een zilt moeradgebied, een eldorado
voor watervogels en natuurliefhebbers. Het oude
stoomgemaal met zijn karakteristieke schoorsteen
waakt over dit gebied. En vlakbij ligt als een stille
getuige van een eeuwenlange geschiedenis het
kleinste en mooiste getijdehaventje van Zeeland,
Strijenham.
A. Beenhakker is voormalig hoofd 'Bureau natuur en
landschap' van de provincie Zeeland
ZEEUWS -12-LANDSCHAP