OVERLEVEN IN BRAKWATER
VOGELS
Er zijn verschillende grote zoute getijdenatuurgebie
den in Europa. Saeftinghe onderscheidt zich omdat
het in een overgangsgebied ligt tussen zoet en
zout water in een estuarium. Door landaanwinst en
kustverdediging zijn de meeste estuariene schorge-
bieden verdwenen; Saeftinghe is met zijn 32 vier
kante kilometer het grootste resterende in heel West
Europa.
De variabele omstandigheden die heersen waar het
zoete water van de Schelde en het zoute water uit
de Noordzee elkaar ontmoeten, zorgen voor moei
lijke groeiomstandigheden. Daarbovenop brengt
en neemt elk getij nieuw sediment. Toch groeien er
ongeveer 50 verschillende plantensoorten in Saef
tinghe. Voor zo'n groot gebied is dat niet veel, maar
wat de planten zo bijzonder maakt is dat ze aange
past zijn aan deze brakke en dymamische omstandig
heden.
De schijnspurries hebben misschien wel de meest
indrukwekkende overlevingstechniek. Deze kleine,
fragiele plant, met prachtige witpaarse bloemen,
groeit in de geulen en komt twee keer per dag onder
water te staan. Ondanks dat het compleet verdwaald
lijkt, is deze extreme plek exact waar het genoeg
ruimte krijgt om te groeien. Elke keer als de geu
len volstromen en het water de onderkant van de
bloemen raakt, sluit de schijnspurrie haar bloemen
snel totdat het water weer is weggezakt. Als dan later
de zaden gevormd zijn, helpt het getij de drijvende
zaden te verspreiden. Een andere indrukwekkende
plant is zeekraal. Deze plantensoort doet meer dan
zomaar overleven en koloniseert als eerste de kale
modderbanken. Door intern zoutgehaltes te regule
ren en zuinig met (zoet) water om te gaan, kan deze
plant in het zoute milieu overleven. Zeekraal is niet
alleen belangrijk geweest als voedsel, maar is een van
de belangrijke planten die het sediment vastleggen.
Gezamenlijk zorgen de verschillende planten voor
kolonisatie van de slikken, de ophoging daarvan en al
doende de schorvorming.
Saeftinghe heeft een geschiedenis van begrazing
door schapen. Sinds 1996 zijn de schapen door
koeien vervangen. Samen met de 50.000 ganzen die
hier overwinteren, spelen zij een belangrijke rol in het
openhouden van het landschap en zorgen ze voor
meer diversiteit. Een andere'grazer'is het konijn. Hoe
wel zijn leefgebied zich beperkt tot de hogere, droge,
gebieden, zorgt hij er samen met de koe voor dat er
een kort strak tapijt ontstaat waar een van de mooi
ste planten van Saeftinghe voor kan komen, fraai
duizendguldenkruid. Een klein plantje dat alleen zijn
prachtig rozepaarse bloemen opent als het zonnig is.
Het zijn niet alleen de planten die Saeftinghe bij
zonder maken, het is ook een belangrijk broed- en
foerageergebied voor veel vogels. De rietvelden zijn
internationaal belangrijk door de vele blauwborsten,
baardmannetjes, en andere zangvogels die hier
broeden. Daarnaast broeden er in op de schorren
belangrijke soorten als tureluur en watersnip. Ook
voor overwinterende en doortrekkende vogels is
Saeftinghe van groot belang.
Indrukwekkende gasten zijn de enorme aantal
len grauwe ganzen die hier's winters bivakkeren.
Daarnaast overwinteren hier ook de grootse groepen
bruine en blauwe kiekendieven van de regio en is de
zeearend een bijna jaarlijkse bezoeker.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een prachtig
en uniek gebied. Het is een van de wildste en minst
aangetaste natuurgebieden in Nederland. Bezoe
kers kunnen op verschillende plekken vanaf de dijk
of vanuit de vogelkijkhut over het gebied uitkijken.
Daarnaast is het mogelijk zelf het gebied in te gaan
en van dichtbij de planten, geulen en schorren te
bekijken. Dit kan met droge voeten over een plan
kierpad of meer avontuurlijk met het laarzenpad. Een
bezoek aan het bezoekerscentrum leertje van alles
over de geschiedenis en ecologie van het gebied.
Maar om dit bijzondere natuurgebied echt te ervaren
kun je het beste met een excursie meegaan. Dan kun
je, onder leiding van een ervaren gids, het gebied in
gaan en ervaren hoe mooi, maar ook modderig het is.
C. Vreugdenhil en J. Rowlands zijn vrijwilligers van stich
ting Het Zeeuwse Landschap
Deze twee verspreidingskaartjes van planten in Saeftinghe geven een heel mooi beeld van het resultaat van de planteninven-
tarisatie die Chris en Jennifer er gedaan hebben. De stippen geven van licht naar donker een toenemend aantal groeiplaatsen
binnen een hectarehok 1 OOx 100 meter) weer.
Het fraai duizendguldenkruid groeit op zandige plaatsen met een korte begroeiing. De plant kan zich alleen vestigen en hand
haven bij tamelijk intensieve begrazing. Fraai duizendguldenkruid is kenmerkend voor de overgang van zout naar zoet milieu,
zoals die zich in Saeftinghe voordoet.
Ook selderij staat bekend als plant die de overgang van zout naar zoet markeert. Maar deze plant verdwijnt juist bij intensieve
begrazing. Ook groeit selderij in veel slibrijker milieus dan fraai duizendguldenkruid. Vergelijking van de twee kaartjes lijkt erop
te duiden dat de planten elkaar op veel plaatsen uitsluiten. Maar juist ten westen van de gasdam komen ze allebei veel voor.
Het is precies de plaats waar zich de overgang van intensieve beweiding naar meer extensief gebruik voordoet en waar de
meeste overgangen tussen slibrijke en meer zandige sedimenten liggen.