HETG7AKKOORD Foto Close-up van grauwe gans. (C. Jacobusse) Foto Canadese ganzen. (C. Jacobusse) uitgestorven, maar vanaf de jaren zestig is hij toch weer tot broeden gekomen, mede door gerichte herintroducties. In de jaren zeventig begonnen grauwe ganzen in Zeeuws-Vlaanderen te broeden, in het Grote Gat bij Oostburg. De eerste broedvo- gels daar waren losgelaten ganzen uit het Belgische Zwin. Thans broeden grauwe ganzen verspreid in heel Zeeland, de meeste in Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland. Door onderzoeksinstituut Alterra is onlangs vastgesteld dat in de winter van 2010-2011 zo'n 67 van de populatie grauwe gan zen eerder in ons land had gebroed of er was gebo ren. Een aanzienlijk deel van onze grauwe ganzen is dus geen trekvogel meer; maar standvogel. Voor andere ganzensoorten is dat nog veel minder, of helemaal niet het geval. Als nieuwkomer is eind vorige eeuw de brandgans in Nederland gaan broeden. In Zeeland broeden ze thans geconcentreerd in enkele natuurgebieden, onder andere op de Middelplaten in het Veerse Meer, en in de Sophiapolder bij Oostburg. In aantal legt de soort het echter aftegen de grauwe die verreweg de meest talrijke overzomeraar is in Ne derland, en ook in Zeeland. In de zomer van 2012 werden in Zeeland ruim 13.500 grauwe ganzen ge teld. De brandgans volgde op gepaste aftand met circa 2.800 exemplaren. Ook de exotische Canadese gans was talrijk met 2.700 stuks, vooral in Zeeuws- Vlaanderen, en in het Krammer-Volkerak.Tevens broeden steeds meer nijlganzen en witte en bonte boerenganzen in natuurgebieden. De schade die ganzen de landbouw toebrengen, kost de overheid jaarlijks 23 miljoen euro. Zonder verdere maatregelen zal dit bedrag in 2018 oplo pen tot 34 miljoen euro. Tegen deze achtergrond, en uitgaande van goed nabuurschap en goed 'polderen', hebben de grote partijen van het Ne derlandse buitengebied de koppen bij elkaar ge stoken. Het akkoord van de Ganzen 7, de G7, zoals de deelnemende organisaties genoemd worden, houdt in dat gedurende de komende vijfjaar het aantal ganzen dat's zomers in Nederland verblijft, wordt teruggebracht tot het niveau van 2005. De noodzakelijke maatregelen zullen vooral in het zomerhalfjaar getroffen worden. Afschot van ganzen gedurende het winterhalfjaar, thans jaar lijks zo'n 100.000, wordt de komende vijfjaar sterk afgebouwd. Uitgangspunt hierbij is dat wintergan- zen grotendeels trekvogels zijn, waarvoor inter nationale natuurbeschermingsrichtlijnen gelden. Maar onze zomerganzen zijn standvogels, die zich hier bovendien succesvol voortplanten. Deze groep zal worden teruggebracht. Voor de deelnemende natuurorganisaties, waaron der Vogelbescherming, vormt het afbouwen van afschot van ganzen gedurende de winter een be langrijke doelstelling. Dit is op termijn één van de grote winstpunten van het G7-akkoord. Het staat tegenover de moeilijke keuze om grote aantallen zomerganzen te doden. De voornaamste reductie is logischerwijs gericht op de grauwe gans. De doelstelling is van het hui dige aantal van 270.000 exemplaren terug te gaan naar 100.000. Voor de brandgans is een afname van ruim 60.000 naar 50.000 voorzien. Tevens zal een maximale reductie van de bestaande popu laties van exoten en boerenganzen plaatsvinden. Elke provincie zal zijn aandeel moeten leveren om deze streefdoelen te realiseren. In Zeeland verblijft circa 7 van het totale aantal overzomerende ganzen in Nederland. Afschot van ganzen op landbouwpercelen is één van de manieren waarop de reductie zal plaats vinden. Dat gebeurt nu ook reeds. Zachtere ZEEUWS -1( - LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2013 | | pagina 10