OVERDAAD SCHAADT
's Winters verblijven rond de twee miljoen ganzen in Nederland en 's zomers blijven
enkele honderdduizenden daarvan plakken. En de trend is nog steeds stijgend. Met de
groei van de populaties groeit ook de landbouwschade. Zeven landelijke organisaties,
waaronder landbouw- en natuurorganisaties, hebben nu met de provincies een
ganzenakkoord gesloten met als doel de ganzenaantallen terug te brengen tot het
niveau van 2005.
GEDEKTE TAFEL
TREKKERS WORDEN PLAKKERS
GANZEN,
Door Gert-Jan Buth
Waterrijk Nederland, met zijn milde winters en
vruchtbare akkers, is erg aantrekkelijk voor gan
zen. Voedselgebieden en veilige slaapplaatsen, in
de vorm van grote wateren, liggen vaak dicht bij
elkaar. Logisch dus dat ons land door steeds meer
ganzen wordt bezocht.
Aan die toename van de afgelopen decennia ligt een
combinatie van factoren ten grondslag. Intensieve
jacht op ganzen gedurende de trektijd, in het verle
den populair in Duitsland en Denemarken, is vanaf
de jaren zeventig van de vorige eeuw verminderd
door aangescherpte internationale natuurbescher
mingsvoorschriften. Tevens is gebleken dat ganzen
zich veel beter dan weidevogels en traditionele
akkervogels kunnen aanpassen aan veranderingen
in het agrarische landschap. Het huidige landbouw
gebied is door bemesting, ontwatering, en intensief
graslandgebruik voor kuilvoer, steeds productiever
geworden en bovendien is het groeiseizoen ver
lengd. Ganzen zijn probleemloos overgestapt op het
gewijzigde voedsel dat het huidige agrarische land
schap biedt. Nieuwe gewassen werden volgaarne
geaccepteerd. Zo foerageerden brandganzen tot
enkele jaren geleden alleen in graslanden, maar de
laatste jaren doen ze dat ze ook op akkerbouwge
wassen, zoals oogstresten van suikerbieten.
Ganzensoorten die van nature 's winters in Ne
derland verblijven zijn de grauwe gans, kolgans,
brandgans, rietgans en rotgans. De meeste van hen
broeden in noordelijke landen, van Spitsbergen in
het westen tot Siberië in het oosten. Echter, een
toenemend aandeel van de winterganzen wordt
gevormd door onze eigen broedvogels, en dan
vooral grauwe ganzen. Als enige is deze soort altijd
al een inheemse broedvogel in Nederland geweest.
In het begin van de 20e eeuw is hij als broedvogel
Foto links
Rotganzen in de
Oosterschelde.
(G-J. Buth)
Foto rechts
Boerenganzen in
de Sint Laurense
weihoek. (G-J. Buth)
ZEEUWS - 9-LANDSCHAP