INSECTENBINDER BESTRIJDING Met alle negatieve publiciteit over distels zou je de positieve kanten haast uit het oog verliezen. Maar die positieve kanten zijn er zeker; ook en zelfs in de eerste plaats voor de boer. Er is bijna geen plant die door zoveel insecten bezocht wordt als de akkerdistel. Daaronder schuilen veel op de plant gespecialiseerde soorten als de distelvlinder en de distelgalboorvlieg. Maar ook vele tiental len soorten die allerlei bloemen bezoeken, zoals hommels, bijen, zweefvliegen en tal van andere insecten. Die insecten spelen een sleutelrol in de natuur. Immers, dezelfde dieren heeft de boer weer keihard nodig voor de bestuiving van fruitbomen en akkerbouwgewassen. Eén van de oorzaken waardoor het zo slecht gaat met honingbijen is het gebrek aan voldoende drachtplanten. Distels kunnen daar in belangrijke mate in voorzien. Verder zijn de zaden van distels belangrijk als voedselbron voor bijvoorbeeld kneutjes en putters. De laatste heeft zijn bijnaam distelvink bepaald niet zonder reden gekregen. Daarom zijn distels behalve een soms lastig onkruid, een welkom en heel belangrijk onderdeel van de levensgemeenschap in tal van gebieden. Dat verliezen zelfs natuurbeheerders wel eens uit het oog. C. Jacobusse is hoofd ecologie en kwaliteitszorg van stichting Het Zeeuwse Landschap Foto Knikkende distel. (C. Jacobusse) zeedistel en nog minstens een dozijn andere soorten die al of niet verwant zijn aan de genoemde soorten en distels die getooid zijn met andere namen als Spaanse ruiter of kale jonker. Elk van die distels heeft zijn eigen typerende groeiplaats en de meeste soorten zijn volstrekt niet lastig voor de mens. De wollige distel bereikt in Zeeland, in de Zak van Zuid-Beveland, vanouds zijn meest noordelijke voorpost en is de trots van de bloemdijkbeheerder. Ook de kruisdistel is een soort van de bloemdijken, maar dan vooral rondom de Oosterschelde en in de Zwinstreek, waar de wollige distel geheel ontbreekt. De blauwe zeedistel met zijn prachtige vormen en kleuren groeit in jonge duin- tjes, vaak in gezelschap van de zeeakkermelkdistel. Maar nu dan naar de notoire lastposten, met de ak kerdistel voorop. Die vormt omvangrijke haarden die zich in sommige gevallen jaarlijks verder uitbreiden. Van belang daarbij is het feit dat de akkerdistel een storingsplant is, die zich met name manifesteert op plaatsen waar sprake is van wisselende omstan digheden. Zo gaat de inrichting van een nieuw natuurgebied vaak gepaard met ware distelexplo sies. Inzaai van gras of klavers kan zo'n explosie wat beteugelen, maar toch is de raad uit het rijmpje in dit soort gevallen vaak de beste. Als de bodem met rust gelaten wordt, verliezen de meeste distels de concurrentieslag met het gras en dat kan bespoe digd worden door de distels periodiek te maaien. Spuiten is geen optie, want niet alleen schaadt dat de natuurdoelstelling maar bovendien duurt bij spuiten de verstoorde fase van de bodem alleen maar langer. Toch kan spuiten onontkoombaar zijn, wanneer bestrijding wettelijk verplicht is in gebie den waar veel kuikens van bijvoorbeeld patrijzen of kuifeenden lopen. De verplichtingen uit de distelverordening kosten beheerders in de vroege zomer handenvol werk. Weliswaar geldt in natuurgebieden een vrijstel ling van de distelverordening, maar binnen dertig meter van een aanpalende grondgebruiker geldt die ontheffing niet. Onze beheerders houden zich strikt aan die dertigmetergrens om overlast bij de buren te voorkomen. Distels produceren namelijk enorme hoeveelheden zaadpluis en via overwaaiend zaad zouden aangrenzende percelen overlast ondervin den. Het pluis kan weliswaar veel verder waaien dan 30 meter, maar dan gaat het om pluis zonder zaden of met niet goed ontwikkelde zaden. Kiemkrachtig zaad is voor de parachuutjes te zwaar om het meer dan dertig meter weg te laten zweven. In sommige gebieden is het jaar in jaar uit noodza kelijk distels te maaien. Maar op zandgronden geldt veelal dat door het maaien de distels geleidelijk verdwijnen door uitputting van de bodem. Ook vernatting zoals die in veel gebieden wordt toegepast kan uitkomst bieden, want distels, althans de'lastige' soorten, groeien niet in moerassige omstandigheden. ZEEUWS -13-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2013 | | pagina 13