l
BEEKVISIN DE POLDER
EXOTEN IN OPMARS
VERDRONKEN LAND ONDERZOCHT
FOCUS VERVOLG VELDONDERZOEK
kust, brakke kreken, zoete kreken, watertjes in schraal
zand (duinen dekzandrug Zeeuws-Vlaanderen) en
bovendien veel kleine aangelegde wateren.
Een bijzondere waarneming was de vondst van een
populatie riviergrondels in de polder. In de omge
ving Borssele werd de soort (vooralsnog) in maar
liefst vier kilometerhokken vastgesteld. Deze soort
heeft een voorkeur voor beken en rivieren en wordt
veel minder vaak in stilstaand water waargenomen.
In Zeeland zijn er alleen aan de oostrand enkele
waarnemingen gedaan, maar deze wateren staan
nog enigszins in verbinding met het rivierengebied.
Alle gevangen dieren bleken steeds op of rond
duikers te zitten. Daar was steeds stenig substraat
aanwezig en was sprake van een verhoogde stroom
snelheid. Het lijkt er op dat de grondels de tussenlig
gende watergangen wel kunnen passeren, maar niet
graag als leefgebied gebruiken.
Het atlasproject laat ook de opkomst van exoten
zien. Zonnebaars is zo'n soort. Deze blijkt niet alleen
op het dekzand van Zeeuws-Vlaanderen voor te
komen (waar zij een sterk negatieve invloed heeft op
inheemse fauna), maar ook gewoon in poldersloot
jes. Zo blijkt de soort op verschillende plekken in
Zuid-Beveland voor te komen. De verwachting/vrees
is dan ook dat deze soort zich de komende jaren
sterk zal uitbreiden. Ook andere exoten als zwartbek-
grondel en blauwband krijgen steeds meer een voet
tussen de deur, en helaas is ook van deze soorten
een negatieve invloed op inheemse fauna bekend.
Onderbelichte soortgroep bij natuurbeheerders
Natuurbeheerders hebben overwegend weinig
aandacht voor vissen. Navraag bij onze collega-orga
nisaties wees uit dat geen van hen viswaarnemingen
in hun databestanden hadden geregistreerd. Dat
is opvallend voor zo'n water- en visrijke provincie.
Tot voor kort was vis dan ook bijna een exclusieve
soortgroep voor beroeps- en sportvissers. Maar die
situatie wijzigt; we zien dat steeds meer ecologen en
amateuronderzoekers zich voor vis interesseren. Ook
de overheid verzoekt natuurbeherende organisaties
nu hun wateren op vis te onderzoeken en heeft daar
zelfs subsidies voor over. Dit is niet voor niets, vissen
zijn namelijk goede graadmeters voor het functione
ren van een watersysteem.
In Zeeland bleken ook de schorren nauwelijks onder
zocht te zijn. Van het 35 vierkante kilometer grootte
Saeftinghe waren er maar in enkele vierkante kilome
ters waarnemingen gedaan. Het getijdenverschil, de
vele blubberige geulen en de zware netten maken
het vissen een lastige klus. In vijf inventarisatiedagen
werden hier met de hulp van 25 vrijwilligers vrijwel
alle km-hokken onderzocht. In totaal zijn er meer dan
1000 vissen gevangen (en grotendeels levend terug
gezet) en werden er 16 soorten gevangen. Een erg
mooi resultaat dus, dat om een vervolg vraagt.
Nu het verspreidingsbeeld van algemenere vissen
steeds completer raakt, kunnen we de komende peri
ode gerichter onderzoek doen naar de overgebleven
witte gebieden en bijzonderheden. In de planning
staat onder meer het verspreidingsbeeld van de inva-
sieve zwartbekgrondel zo compleet mogelijk in beeld
te brengen. Daarnaast zal de focus nog meer komen
te liggen op beschermde- en rode lijst soorten. Van
de beschermde bittervoorn zijn al lang geen zekere
waarnemingen gedaan, terwijl er op diverse plaatsen
geschikte leefgebieden aanwezig lijken te zijn. Diverse
schorrengebieden staan op de nominatie onderzocht
te worden. Kortom er valt nog veel leuks te ontdek
ken en wie hieraan wil meehelpen kan zich per e-mail
melden bij p.calle@hetzeeuwselandschap.nl.
Pepijn Cal Ie is medewerker bij de afdeling Ecologie en
kwaliteitszorg van stichting Het Zeeuwse Landschap en
coördinator van de Zeeuwse visatlas.
Foto
Dunlipharders
grazen net als
diklipharders op de
wieren en algen in
geulen van schor
ren. (B. de Maat)
Foto
Visinventarisatie
in het Verdronken
Land van Saeftinghe,
leuk voor jong en
oud. (B. de Maat)
,„i