OASE VAN RUST Een oase van rust, deze omschrijving wordt vaak gebruikt voor de ruim honderd Nederlandse een denkooien. Eén ervan is eigendom van stichting Het Zeeuwse Landschap en bevindt zich in een groen gebied van circa elf hectare bij Anna Jacobapolder, op de plek waar een kreekrestant ligt. In Zeeland zijn nog twee andere intacte eendenkooien. De kooi werd in 1882 opgericht door Martini Buys. Hij was een schoonzoon van de bedijker van de Anna Jaco bapolder, W. F. del Campo (genaamd Kamp). De kooi bestaat uit een grote plas met vier vangpij- pen, omgeven door bos. Van oudsher is een zoge- Foto Stamgasten van de kooi. (C. Jacobusse) noemd recht van afpaling van kracht: binnen een cirkel van 625 meter geldt een jachtverbod en mag de rust niet worden verstoord. Naast wilde eenden zijn er soorten als wintertaling, smient, pijlstaart, krakeend en slobeend te vinden. Het kooibos kent een rijke variatie aan dieren- en plantenleven. De kooi is niet vrij toegankelijk. Er is wel een klein infocen trum, dat geopend is als de beheerster thuis is. Er worden jaarlijks leerlingen van basisscholen ont vangen. In maart, april, mei en juni zijn er op aan vraag groepsexcursies. ringd en weer losgelaten).'Die ken ik niet) zegt hij, wijzend op pijlstaarteend en smient. Annette meldt dat de winter taling goed vertegenwoordigd is en de krakeend in aantal toeneemt. Ze geeft aan dat zo'n zeven soorten tot de vaste gasten behoren. Iryna wil weten of eenden net als bijvoor beeld grauwe en Canadese ganzen het jaarrond blijven. Dat hangt af van de soort, legt Annette uit. Wintertalingen zijn zowel stand- als trekvogels. Smienten zijn trekvogels. Ze overwinteren hier en in het voorjaar gaan ze op trek naar hun broedgebieden in Rusland en Siberië. Op Bens vraag wat er nu zo bijzonder is aan een eenden kooi, komt bij Annette passie los.'Het is een wereld in een wereld, een parel in het landschap. Een oud fenomeen uit de vroege middeleeuwen. Het is een vorm van jacht, maar zonder wapens. Hier gaan jachten natuurgoed samen, als je de balans maar in de gaten houdt. Het vangen van eenden staat niet meer op de eerste plaats. We willen de kooi als cultuurhistorisch monument in ere houden. En het gebied heeft natuurwetenschappelijke waarde, de biodiversiteit is groot.' Er is een afwisseling van weiden (begraasd door koeien en paarden) en bomen. In stilte, fluisterend en bijna op kou senvoeten gaat het door het bos richting eerste gebogen vangpijp (op elke windrichting ligt er een). Fleur rent heen en weer.'Is het een speciaal hondje dat erbij hoort?) vraagt Ben. Inderdaad, beaamt Annette.'Kooikershondjes zijn heel schrandere dieren.'Op haar fluitsignaal barsten de lok eenden op de plas spontaan los in een luidruchtig concert; ze weten dat de bazin lekker voer bij zich heeft. Iryna is benieuwd of er wel eens vreemde, onbekende eenden komen. Dat komt voor, zegt Annette. Niet voor niets luidt een gezegde: een vreemde eend in de bijt. Zo zijn er nog meer gezegdes ontleend aan het kooikersbe- drijf: achter de schermen kijken, door de bocht komen, de pijp uitgaan.'Wat ik bijzonder vind is dat het echt natuur is, zonder kunstmatige dingen. Misschien niet exotisch, maar gewoon puur) vat Iryna samen. Ben valt haar bij.'Je moet er alles aan doen om dit soort unieke plekjes te behouden. En het is ook educatief boeiend.' Rinus Antonisse is journalist en redactielid van ZEEUWSLANDSCHAP CS. ZEEUWS -15-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2013 | | pagina 19