LANDGOED TER HOOGE, TERUGBLIK OP DRIE DECENNIA BEHEER Stichting Het Zeeuwse Landschap is na ruim dertig jaar, gestopt met het beheer van Landgoed Ter Hooge, ten westen van Middelburg. De familiestichting die het landgoed bezit, zal het beheer vanaf nu zelf ter hand nemen. Met het vrijwel afgeronde vijverproject als laatste wapenfeit dragen we het landgoed in prima staat over. Voor het publiek verandert er hopelijk weinig, want de reguliere openstelling blijft van kracht. In dit artikel kijken drie voormalige beheerders van het landgoed terug op hun beheerperiode. RON BROUWER: ECOLOGISCH BOSBEHEER door Chiel Jacobusse Foto De drie HZL-beheer- ders van Ter Hooge: Ron Brouwer, Chris de Groot en Gerard Wösten. Ron Brouwer was de eerste HZL-beheerder. Hij koestert warme herinneringen aan Ter Hooge, als eerste echte bos onder ons beheer. Bij Het Zuid- Hollands Landschap had Ron ervaring opgedaan met ecologisch bosbeheer en hij popelde de verworven inzichten toe te passen op een prachtig loofbos op kleigrond. Dat ging echter, zeker in het begin, niet van een leien dakje. 'De familie had vooral het vooroor logse beeld van Ter Hooge in Engelse landschapsstijl voor ogen. Die stijl kende veel Chinese invloeden, wat inhield dat de kleur van een boom sterk bepalend was voor de inplant en indeling van het bos. De voorkeur ging vaak uit naar exoten. Het laat zich raden dat dat slecht paste bij onze ecologische aanpak'. Eenzelfde verschil van inzicht bestond er over de randbeplanting langs de gazons. Daarvoor werden allerlei niet-inheemse soorten gebruikt.'Dat leidde tot compromissen zoals ondermeer gele kornoelje, kardi naalsmuts en olijfwilg. Achteraf beschouwd is het hoe dan ook een fraai geheel geworden, dat bezoekers met genoegen bezoeken.'Minder gelukkig was Ron met de keuze voor solitaire bomen als catalpa (trom petboom) en metasequoia. 'In de beginfase was er sprake van flink wat achterstal lig onderhoud op het landgoed. Dunningen waren achterwege gebleven en zonder randbeplanting hadden de bosranden veel windschade opgelopen. Maar ieder jaar werd het gebied mooier en het bos volwassenen Bij het beheer van Ter Hooge was baron Van Lynden, die destijds in de Orangerie woonde, intensief betrokken. Hij maakte zich zorgen over het oprukken van klimop en het grote aantal honing- zwammen. Maar de klimop was lang niet zo bedrei gend als vroeger gedacht werd en met het inlopen van de achterstallige dunningen werd ook de honing- zwam zienderogen minder, dus die problemen losten zichzelf op. Minder eenvoudig was het probleem van de water kwaliteit in de vijvers. Het ooit kristalheldere water was sterk vertroebeld en waterplanten kwamen nau welijks meer voor. Een grote populatie karpers vormde de oorzaak. Zij waren in de vijvers uitgezet toen het 6- LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2013 | | pagina 20