van Terra Maris
Zoals het een museum betaamt, heeft Terra Maris
een beleid waarin kerncollecties gekozen worden
als hart van de totale verzameling. Geprepareerde
zoogdieren en vogels zijn kerncollecties van Terra
Maris, evenals de schelpen van het deltagebied.
Vissen, geconserveerd in formaline, zijn niet
geselecteerd als kerncollectie. Maar er is binnen Terra
Maris altijd ruimte voor het in de collectie opnemen
van bijzondere (natuur)vondsten. Voorbeelden van
die categorie zijn bijzondere strandvondsten die in
een kustprovincie als Zeeland met enige regelmaat
worden gedaan. Het dier dat in dit stukje uit de
collectie is gelicht is zo'n bijzondere strandvondst.
Het gaat om een braam, een diepzeevis met de
bijna gelijkluidende wetenschappelijke (latijnse)
naam Brama brama. Het exemplaar in de collectie
van Terra Maris is in 1973 op het strand bij Domburg
aangespoeld. Geconserveerd in formaline staat hij
nu te pronken in de permanente tentoonstelling.
Het is een vis die opvalt door zijn hoge, zijdelings
afgeplatte lichaamsbouw en het steile profiel van
de kop. Ook de diep gevorkte staartvin trekt de
aandacht. Het dier is een echte oceaanvis die over de
gehele wereld te vinden is en wel een meter lang kan
worden bij een gewicht van zes kilo. 'Onze braam'
meet 60 cm en is een mooi gaaf exemplaar.
In de Atlantische Oceaan komt de braam voor van
Midden-Noorwegen tot Zuid-Afrika. Veel meer dan
dat hij op grote diepte leeft (tot wel 1000 meter)
in de onmetelijke oceaan, is er over deze soort
overigens niet bekend. Hij blijft doorgaans ver
buiten het zicht van de mens, al komt hij wel eens
als bijvangst in vissersnetten terecht. Uit analyse van
de maaginhoud is bekend dat de braam leeft van
kleinere vissen, inktvissen en allerlei kreeftachtigen.
Op zijn beurt wordt hij gegeten door haaien,
tonijnen en goudmakrelen, om maar enkele belagers
te noemen.
Brama brama is bij ons vooral bekend door
exemplaren die op de Noordzeestranden
aanspoelen. Dat heeft te maken met de trek van
de bramen. De paaigronden in de Oost-Atlantische
Oceaan liggen ter hoogte van Portugal. In de
loop van de zomer trekken de bramen richting
Noorwegen, om in het najaar weer zuidwaarts te
keren. Daarbij verzeilen ze soms in de Noordzee,
waar ze nog verder uit koers kunnen raken en op de
stranden aanspoelen. Strandingen vinden doorgaans
in december plaats, wat de bijnaam 'Sinterklaasvis'
verklaart. Of onze braam die bijnaam eer aandoet,
is maar hoe je het bekijkt. Hij werd gevonden op 21
november, een beetje vroeg, maar toch in ieder geval
in de periode van Sint's lange zeereis van Spanje naar
Nederland.
Marten Hemminga
Foto
Onze eigen braam
op sterk water.
(M. Hemminga)
ZEEUWS -21-LANDSCHAP