-aBfr"-.
Bij het andere bedrijf, op 'De Noord', nam de
volgende generatie Cleiren het nieuw opgestarte
bedrijf over. Een jaarlijkse financiële toelage gaf
de twee particuliere bedrijven een extra steun in
de rug. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig
werden er weer, zoals voorheen, zo'n 1200 ooien
op Saeftinghe geweid.
NERGENS ZONDER HOND
Herderen op Saeftinghe was zwaar en risicovol,
zowel vanwege het getijverschil van meer dan
5 meter en de grote afstand van zo'n 4 km van
de rand van het schor tot de zeedijk. Diep in het
gebied stonden twee oude kooien op ooit met
de hand aangelegde terpen. In het schorgebied
rond 'de achterste kooi', zo'n 3,5 km verwijderd van
de dijk, verbleef een herder in de zomer weken
achtereen met zijn kudde. Honden waren voor de
herders onontbeerlijk om de schapen op tijd, voor
de vloed, via de kreekoeverwallen weer op het
droge bij een kooi te krijgen.
Eén van die honden, die altijd apart gehouden
werd, was een echt 'scherp' beest, waar je niet bij
in de buurt durfde te komen. Die hond werd al
leen ingezet om bij laag water schapen door grote
kreken te drijven. De schapen hadden het daar
niet op en weigerden zo lang mogelijk zo'n enge
kreek over te steken. Ze hadden op zo'n moment
ook geen ontzag meer voor de reguliere schaaps
honden. Op zulke momenten werd 'het loeder'
ingezet, dat wel eens in een poot kon bijten, zoals
de dan snel gehoorzamende kudde erg goed wist.
VINDINGRIJK
Mensen die jarenlang in Saeftinghe werken, zijn
vergroeid met dit bijzondere gebied en kunnen daar
vaak prachtig over vertellen. Jos zat vol bijzondere
verhalen en tijdens werkbezoeken vertelde hij me er
talrijke. Die verhalen plus de sfeer tijdens de winter,
als de kooien vol stonden met honderden schapen
en de lammerperiode aan de gang was, vormen
speciale herinneringen voor mij.
Van oudsher zijn boeren vaak handig en slim om al
improviserend het werk gemakkelijker te maken of
om te gaan met onverwachte situaties. De schapen-
bedrijven in het dynamische gebied van Saeftinghe
waren daar erg goed in. Zo veroorzaakte een zware
storm in maart 1990 grote schade; bruggen spoel
den weg en de zomerkade van het huidige Sie-
perdaschor brak door. Als gevolg waren de kooien
en schorgedeelten bij de bedrijven onbereikbaar.
Binnen enkele dagen werden toen, telkens gedu
rende de korte laagwaterperioden, verbindingen
en bruggen hersteld, ondermeer met aan elkaar
gelaste zandzuigerbuizen, snel aangevoerd vanuit
het havengebied van Antwerpen. De contacten van
Jos met bedrijven in de streek waren vooral in zulke
tijden van groot belang.
RUNDERBEGRAZING
In de loop van de jaren negentig bleek de schapen
teelt op Saeftinghe, ook met toenemende bedrijfs-
subsidies, niet langer rendabel. Vooral de perso
neelskosten werden te hoog. Inmiddels werden
delen van Saeftinghe door veeboeren uit de streek
met succes door runderen begraasd. Runderen
in Saeftinghe hoeven niet begeleid te worden, ze
redden zichzelf. Uiteindelijk heeft Het Zeeuwse
Landschap de twee schapenbedrijven in Saeftinghe
uitgekocht. Het gebied wordt sindsdien alleen nog
door runderen begraasd.
RESPECT
Tot een week voor zijn overlijden was Jos betrokken
bij het Saeftinghe-beheer. Hij kende veel mensen
in de streek, uit alle lagen van de maatschappij. Het
respect voor Jos kwam treffend tot uiting tijdens zijn
uitvaartdienst in de kerk van zijn Klööster(zande).
dr. G.J.C. Buth is stafmedewerker van stichting
Het Zeeuwse Landschap
Foto
Een foto uit de
jaren '80 waarop
Jos (met hoed) als
veldwachter of
misschien zelfs
veldmaarschalk
door "zijn"
Saeftinghe trekt.
(G-J. Buth)
Foto
Anno 2013
beweiden koeien
Saeftinghe en niet
langer schapen.
(L. de Jong)