ZEEUWSE KREKEN
onder: kroeskarper, vetje, pos en kleine modder
kruiper. Hierbij geldt de regel: hoe groter én beter
verbonden, hoe soortenrijker de kreek. Kreken die
licht brak en enigszins optrekbaar voor vissen van
de buitendijkse wateren zijn, blijken vaak zout- en
brakwatervissen te herbergen. Soorten als brakwa
tergrondel, bot, koornaarvis en zelfs sprot worden
hier soms gevangen. Soms duiken er bijzonderhe
den op. Zo zijn er in de Otheense Kreek en bij het
Groot Eiland (nabij Hulst) meervallen door sport
vissers gevangen. Deze soort kan wel twee meter
lang worden en de grote exemplaren eten met
gemak eenden of ratten op. Voor de mens zijn ze
echter ongevaarlijk. Hoewel de soort in Nederland
inheems is, hebben deze waarnemingen waar
schijnlijk betrekking op uitgezette exemplaren.
GUNSTIGE TOEKOMST?
Door het huidige beleid, voortkomend uit de
Kaderrichtlijn Water en aangescherpte milieuwe
tgeving, verbetert de kwaliteit van de Zeeuwse
kreken geleidelijk. Er is echter nog een lange weg
te gaan. Sommige (vooral minder kritische) soor
ten weten te profiteren, voor andere soorten, zoals
de paling, moet nog blijken of de maatregelen op
tijd komen.
Foto links
De paling is een
bedreigde vissoort.
Ook in de Zeeuwse
kreken loopt zijn
aanwezigheidte
rug. (M. Dobbelaar)
uitgevoerd door Marco Dubbeldam van stichting
Zeeschelp (mede-initiatiefnemer van de atlas) in
samenwerking met Zeeuwse beroepsvissers. Ook
het waterschap stelde haar data beschikbaar en
levert daarnaast een financiële en inhoudelijke
bijdrage aan het project. Het waterschap past voor
het onderzoek diverse vistechnieken toe, zodat
alle soorten op een traject worden gevangen.
Daarnaast wordt de leeftijdsopbouw van de ver
schillende vissoorten in kaart gebracht.
STAGIAIRS EN VRIJWILLIGERS STOPPEN DE
GATEN
Indien de kreektrajecten niet (of onvoldoende)
door het waterschap en sportvissers zijn onder
zocht, is het de beurt aan onze stagiairs en vrijwil
ligers van de Vissenwerkgroep Zeeland. Gewapend
met schepnetten en (bij koud weer) opgetuigd in
waadpakken gaan ze te water. Het voordeel van
schepnetonderzoek is dat je soorten kunt vangen
die met een hengel niet te vangen zijn (o.a. drie-
en tiendoornige stekelbaars, kleine modderkrui
per en brakwatergrondel). Ook krijg je een indruk
van het voortplantingssucces van grotere soorten.
Daarnaast is dit een snelle werkwijze, waardoor je
veel gebieden in korte tijd kunt onderzoeken.
VAN ZOUTE GASTEN TOT ZOETWATERREUS
Intussen hebben we een vrij volledig beeld van de
vissamenstelling van de meeste Zeeuwse kreken.
Over het algemeen zijn er veel overeenkomsten
tussen de verschillende kreken, hoewel de kre
ken aan de zuidrand van Zeeuws-Vlaanderen een
duidelijk afwijkende vissamenstelling hebben.
Dit is te verklaren door het zoete karakter en de
rijke waterplantenbegroeiing van deze kreken. Zo
komen hier soorten voor die in andere kreken in
Zeeland niet of nauwelijks worden gezien, waar-
Voor meer informatie over de visatlas zie www. Foto boven
zeeland.vissenatlas.nl. Indien u waarnemingen Graskarper,
wilt doorgeven of mee wilt helpen met het veld- een exoot in de
onderzoek kunt u contact opnemen per email met Zeeuwse kreken.
p.calle@hetzeeuwselandschap.nl (B. van der Maas)
Pepijn Calle is medewerker bij de afdeling
Ecologie en kwaliteitszorg van stichting
Het Zeeuwse Landschap en coördinator van
de Zeeuwse visatlas.
ZEEUWS -9- LANDSCHAP