H daarvoor. Dit weten we dankzij de meerjarige tellingen van broedvogels en wintervogels. In 2007 hebben we al eens een artikel in dit tijd schrift gewijd aan de toename van de broedvo gels. In de jaren hierna liepen de aantallen wel wat terug, vooral van enkele pioniersoorten, maar dat was verwacht en dus ingecalculeerd. De aantallen broedvogels bleven in ieder geval aanzienlijk hoger dan voor de inrichting. Een droge en bijna tropische aprilmaand in 2011 en een paar droge zomers achter elkaar hebben in de afgelopen jaren toch tot zorgen geleid. De gegraven ondiepe waterpartijen ble ken erg snel uit te drogen, waardoor vogels die in het voorjaar een ideaal broedgebied troffen, wat later in het seizoen in de knel kwamen om dat hun voedselgebieden leeg raakten, terwijl het was juist de bedoeling was dat er het hele jaar door, bij ieder weertype, ondiepe plassen aanwezig zouden blijven. Daarom zijn we met deze wens in gesprek ge gaan met het waterschap. Het verhogen van het waterpeil direct rondom de Sint Laurense Wei- hoek was niet mogelijk, maar binnen het gebied waren er nog wel opties, zoals het stuwen van het water. Dit heeft in de afgelopen twee jaar geleid tot meer water, en dus minder uitdroging in de zomer. Uit de laatste broedvogelinven- tarisatie van 2012 bleek direct al het succes van deze maatregel; de aantallen broedvogels waren weer toegenomen. Het beetje extra water bleek in de winter zelfs nog meer effect te hebben dan was verwacht. Zo verbleven er in de winter van 2013-2014 en kele duizenden smienten, kieviten en goudple vieren en vele honderden wulpen! Hoewel ook de zachte winter hierin een rol in speelt, zouden deze vele vogels er niet zijn geweest zonder de plassen en een natte bodem. VEEL BEKIJKS Vogelsucces blijft niet ongezien. Je kunt in de Sint Laurense Weihoek niet over de Zandvoortse weg rijden zonder iemand tegen te komen met verrekijker, al dan niet gepaard met telescoop of telelens. Het gebied is zeer goed vanaf de weg te overzien en zolang men op de weg blijft, laten de vogels zich goed bekijken. De enige verstoring is die van rovers als slechtvalk en bruine kiekendief. Ook hen is het succes van dit gebied niet ontgaan. Het spektakel van een overvliegende slechtvalk is indrukwekkend. \N. Castelijns en E. Speksnijder zijn medewerkers ecologie van Het Zeeuwse Landschap. DE TREK VAN DE GRUTTO Terwijl u dit leest, is het voorjaar goed op gang en zijn de in het artikel genoemde grote groepen vogels weg. Dat is jammer, maar het opbloeien van de natuur in het voorjaar geeft altijd weer een goed gevoel. De kieviten buitelen nu volop over elkaar door de lucht en op mooie dagen is de jubelende zang van de veldleeuwerik te horen en langs de perceelranden de aflopende zang van de graspieper. En als kers op de taart is de grutto weer terug van weggeweest. De meeste Nederlandse grutto's overwinteren in Afrika. Daar zoeken ze voedsel achter ploegende trekkers in de natte, geoogste rijstvelden, zoals de kokmeeuwen dat hier doen. Ze eten alleen geen dierlijk voedsel, maar pikken drijvende rijstkorrels op. In het hart van de winter trekken de grutto's vaak al weer naar het noorden om dan in Spanje in de kustzones nog een poosje te verblijven. Een groot deel van de'Nederlandse'grutto's komt tegenwoordig zelfs niet eens meer in Afrika aan, maar brengt de winter door in Spanje of trekt niet verder dan Frankrijk. Sommigen blijven helemaal hangen, voornamelijk in onze delta. Grutto's verkiezen natte structuurrijke weilanden. Je kunt in maart groepen van wel 80 vogels zien in de plassen van de Sint Laurense Weihoek of de Oude Veerse weg. Net voor het broedseizoen starten ze met het opvetten; ze moeten flink eten om hun energie weer op te bouwen. Na het opvetten vallen de trekgroepen langzaam uiteen, hoewel ook de balts nog in kleine groepjes plaatsvindt. Op een voorjaarsdag eind maart of begin april beginnen de hormonen te werken. Dan schalt de roep van de in volle vaart achter elkaar jagende mannetjes door het gebied. Ze lijken dan ineens helemaal niet meer moe van de reis. De vrouwtjes daarentegen sparen hun krachten. Zij moeten energie opbouwen voor de eileg of rusten nog een beetje uit. Veel van de terugkerende en broedende vogels zijn redelijk honkvast en broeden jaarlijks in het zelfde stukje van het weidegebied. Vaste bezoekers van het gebied zijn soms zelfs in staat deze vaste broedpaartjes te herkennen. Jaar na jaar zijn de eerste paartjes grutto's in vaste delen van het gebied te vinden, mits er natuurlijk niets is veranderd in het gebied. Foto Grutto. (E. Speksnijder) ZEEUWS -18-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 24