BIJ t>£ BOSWACHTER (SS m»^r. j 41 i I f Wannes en Keetje zijn in het bos.'Zullen we boswachtertje spelen?', vraagt Wannes. Keetje vindt het een goed idee. Wannes haalt uit zijn tas een groen hoedje tevoorschijn met er bo venop een veer. En voor Keetje heeft hij er ook een.'Gaaf!', vindt Keetje.'Net echt'. Als ze een paar meter verder zijn, wijst Wannes naar een stapel boomstammen, die naast het pad ligt. Ze rennen er naar toe.'Dit is mooi boswachterswerk'zegt Wannes. Maar Keetje is het er niet mee eens. 'Ik vind het zonde. Dit was een mooie boom. Misschien zat er zelfs wel een nestje van een vogel in, en als die dan terugkomt is z'n huis verdwenen'. Wanne? ';n Kee^e ■V -V Tekst: Carolien van de Kreeke - Abrahamse Illustraties: Hermak Nauta, www.hermannauta 'Ha, boswachtertjes'. Wannes en Keetje schrikken bijna van de stem, en kijken meteen achterom. Daar staat de echte boswachter.'Jullie hoeven het niet zonde te vinden voor de vogels hoor. Die vinden wel een ander plekje. We hebben deze bomen gekapt, omdat hier teveel bomen staan. Ze staan zó dicht op elkaar, dat ze allemaal te weinig ruimte hebben om te groeien. Door er een paar om te kappen, krijgen de bomen die blijven staan goed de ruimte zich te ontwikkelen tot mooie, sterke bomen. Trouwens, ik ben Herald, en wie zijn jullie?' Wannes en Keetje stellen zich voor, en vragen of Herald de boswachter is van dit bos.'Ja en nee'antwoordt Herald.'Bij Het Zeeuwse Landschap heet een boswachter geen boswachter, maar een 'terreinbeheerder'. Want Het Zeeuwse Landschap heeft wel veel gebieden, veel terreinen, maar niet zoveel bos'. Wannes en Keetje knikken instemmend. 'Vinden jullie het leuk een stukje met mij mee te lopen? Dan kan ik jullie wat vertellen over mijn werk'. Nou, dat aanbod slaan Wannes en Keetje niet af! Wannes loopt, en Keetje huppelt met de terreinbeheerder mee. Wat hij zoal vertelt, lees je hier na. De terreinbeheerder let op de planten en dieren in een gebied. Hij weet hoeveel er ongeveer zijn, en houdt in de gaten of er in de loop van de jaren meer, of juist minder van komen. Voor ieder gebied is er een plan, een beheerplan, waarin beschreven staat hoe het gebied zó ingericht en beheerd moet worden, dat het geschikt is voor de planten en dieren die erin leven. De terreinbeheerder zorgt ervoor, dat dit beheerplan gevolgd wordt. ZEEUWS -22-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 28