WATERWINGEBIED OOST-ZEEUWS-VLAANDEREN Het waterwingebied tussen Clinge en Heikant is naar Zeeuwse maatstaven een zeer bijzonder, omdat het gelegen is in het dekzandgebied. Het ligt wat hoger dan de rest van Zeeuws- Vlaanderen en bestaat uit kalkarm zand. Deze factoren bepalen het gebruik van het landschap en de planten en dieren die er leven. door Alex Wieland Foto Een drinkende eekhoorn in het Clingse bos. (T. Jansen) Foto midden Patrijs. (C. Jacobusse) Foto rechts Een boomkruiper gefotografeerd vanuit de boomhut. (C. Jacobusse) Het waterwingebied is eigendom van Evides en sinds 2008 in beheer bij stichting Het Zeeuwse Landschap. De officiële opening van het water wingebied was al op 27 januari 1937 door minister van Sociale Zaken Mr. M. Slingenberg. Het was op initiatief van de Zeeuws-Vlaamse gemeentes die de zekerheid van goed drinkwater voor de Zeeuws- Vlaamse bevolking veilig wilden stellen. De enige plaats waar dit mogelijk was, was het dekzand gebied in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Hier kan het water makkelijk diep de bodem in zakken waardoor het op natuurlijke wijze zuivert en vervolgens opgepompt kan worden. Op kleigronden is dit onmogelijk. Niet iedereen was destijds blij met de komst van de waterwinning. Veel kleine landbouw bedrijven waren genoodzaakt te stoppen, omdat kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan zijn. Tegenwoordig wordt het onttrok ken water gebruikt voor industriedoeleinden. In geval van nood kan het ook gebruikt worden als drinkwater. Een goede kwaliteit van het water is dus van belang. CLINGE Er zijn drie deelgebieden te onderscheiden. Rond om Clinge vindt men vooral bossen. Reguliere land bouw was daar niet meer mogelijk, zodat veel bos is aangeplant. Deze bossen bereiken nu een respec tabele leeftijd. Naaldbos wordt er afgewisseld met waterwinkanalen en loofbos. De soortenrijkdom aan paddenstoelen is hier erg groot. Op een klein stukje open gebied met schrale vegetatie koesteren we een populatie veldkrekels. Op zonnige dagen in mei en juni kun je ze horen. Wie geluk heeft, kan tijdens een wandeling een eekhoorn tegenkomen. Vanuit het Clingse bos is het mogelijk naar de in Bel gië gelegen natte Stropersbossen te lopen. SINTJANSTEEN Ten zuiden van Sint Jansteen is het gebied land schappelijk erg waardevol. Er zijn lanen met oude bomen. Indien dode bomen geen gevaar opleveren blijven deze staan. De spechten weten dit te waar deren. Naast de algemene spechtensoorten komen hier ook de zeldzame kleine bonte specht, mid delste bonte specht en zwarte specht voor. Voor de laatste twee soorten is dit gebied de enige Zeeuwse broedlocatie. Er zijn veel kleine weiden die vroeger als rootakker gebruikt werden voor de vlasverwerking. Boeren uit de omgeving brachten na de oogst het vlas naar het gebied om het te laten roten. Door het roten verweerde het buitenste laagje van de vlasstengel en kon deze gebruikt worden in de linnenindus trie. De kleinschalige akkers werden ingezaaid met rogge. De meeste weiden worden nu begraasd met schapen. Er is zelfs een klein heideveldje. ZEEUWS -16-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 16