PACHTERS EN ZEEUWS LANDSCHAP; WEDERZIJDS VOORDEEL PETER DE SMIDT de hoogteligging van het maaiveld markeren. De ene kant van de sloot ligt plaatselijk meer dan een meter hoger dan de tegenovergelegen oever. Het gaat om sporen van oude, heel kleinschalige bedijkingen. In de tijd dat Groede een eiland was, stroomde hier een brede zeearm, die uitmondde in het Zwarte Gat, tussen de eilanden Groede en Cadzand. Als je de kaart in detail bestudeert zie je dat tussen de Nieuwe Groese Polder waar de Blikken in ligt en de vroegere 'overkant', de Groote Henricuspolder, niet zomaar één polder ligt, zoals het op het eerste gezicht lijkt. Vanaf beide oevers zijn er kleinschalige bedijkingen uitgevoerd. De oude dijken zijn nog zichtbaar als steilrandjes. De kreek is als het ware van twee kanten 'opgerold' door inpolderingen. Vanaf de noodzijde (Groese kant) werd de Van der Lingens polder bedijkt en vanaf de zuidzijde de Kleine Henricuspolder. Tussen die poldertjes lag nog een smalle bedding die later afgedamd werd onder de naam Snouck- Hurgronjepolder. De insteekhaven aan de west kant kreeg de naam Marolleput. Verder naar het zuiden ligt de volgende kreek, de Reep in de Groote Henricuspolder. Een plek met een paar fikse bochten in de dijk, wat duidelijk maakt dat hier één of meer doorbraken hebben plaatsgevonden. Het noordelijk deel van de Reep is in feite een weel (een doorbraakkolk) en deze wordt in de volksmond de Henricusput genoemd. De naam weel komt in Zeeuws-Vlaanderen alleen voor in de omgeving van Clinge, waar 'de Weel- kens' liggen. Onze tocht eindigt ten zuiden van Oostburg bij het Groote Gat. Ooit beroemd om zijn 'levende stenen'. Voor de Tweede wereldoorlog stond er zelfs een bidkapelletje dat was opgetrokken uit dit inlandse'koraal'. En opnieuw staan we voor een verrassing. Deze kreek, op het eerste gezicht niet anders dan andere, is grotendeels van menselijke oorsprong. Gegraven om, via doorstroming naar de Westerschelde, het Zwin bevaarbaar te houden. Na één ochtendje excursie is het wel duidelijk: de Zeeuws-Vlaamse kreken vormen één brok ge stolde historie en elke keer is het net weer even anders dan je als argeloze voorbijganger denkt. C. Jacobusse is hoofd ecologie en kwaliteitszorg van stichting Het Zeeuwse Landschap. ZEEUWS - 19-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 19