Niet dat natuurgebied de Blikken de enige plek in Zeeuws-Vlaanderen is waar watervogels in grote aantallen het hele jaar verblijven, maar wel zo ongeveer de enige plek waar vogelliefhebbers onder elke weersomstandigheid vogels kunnen bekijken. Met regen en zonneschijn, of je goed ter been bent of niet. Vogels zijn er in alle kleuren, soorten en maten. Van de kleine plevier tot de grote zilverreiger. I I Foto Een bosruiter tijdens zijn korte verblijf op doorreis naar noord of zuid. (C. Jacobusse) Foto rechts De watersnip is een wintergast in de Blikken. (C. Jacobusse) VOGELS KIJKEN doe je in de BLIKKEN Door René Beijersbergen Foto rechts Een geoorde fuut, de meest karakte ristieke broeder van de Blikken. (C. Jacobusse) In de 80-jarige oorlog werden in Zeeuws-Vlaande- ren de dijken doorgestoken om de vijand het leven zuur te maken. Tientallen jaren heeft de vloed via de Nieuwkerksche kreek in de polders tussen Bavodijk en Ringdijk letterlijk de bodem gelegd voor de na tuur. Mondjesmaat is het gebied daarna in cultuur gebracht, maar het bleef ploeteren voor de boer. De bodem kon het water maar moeizaam verwerken en er is zelfs een sluis met een sluiswachterswoning gebouwd. De laatste boerderij is rond 1900 afgebro ken. In 1950 is nog een hoofdwatergang dwars door het gebied aangelegd, maar ook dat hielp weinig. In 1995 is de knoop doorgehakt, door de landinrich tingscommissie zelf en is het hart van de Blikken aan de natuur teruggegeven. Daarna is het snel gegaan. SUCCESFORMULE Eén van de twee hoofdwatergangen afdammen, de opgevoerde grond verwijderen en het grote werk was gedaan. Met name het westelijk deel van de Blikken liep al snel vol water en slechts een paar eilandjes kopten er na de herfstregens nog bovenuit. De combinatie van ruimte en water trok meteen een waaier van vogelsoorten aan en in hun kielzog natuurlijk de vogelbespieders. Bij herha ling heeft de berm van de Ringdijk volgestaan met autorijdende vogelaars om een dwaalgast uit den vreemde gade te slaan. Nationaal en internationaal is de Blikken een fenomeen geworden. Na de eerste inrichtingswerken volgden andere, voortbordurend op dezelfde succesformule. Ruimte, water, geulen, eilanden, rust en beschutting blijken een perfecte cocktail. De Ringdijk biedt een prachtig zicht over het ge bied met concentraties van honderden smienten, brandganzen, goudplevieren, lepelaars, kieviten, zomertalingen en slobeenden. In de winter zijn er slechtvalken. Maar het vogelaarshart wil meer. De eilanden zijn in het voorjaar broedkamers van kluten en plevieren, het luwe water de kweekvij ver van geoorde futen en de kletsnatte bloemen weide het jeugdhonk van grutto's, kieviten en tureluurs. Het is een lust voor het oog, zeker van dichtbij. In 2008 is daarom de eerste vogelobservatiehut geplaatst. Tussen een dichte meidoornheg en een grondwal leidt een wandelroute je vanaf een tot kleine parkeerplaats opgewaardeerde boeren- dam, onzichtbaar naar de vogelhut. Want dat telt. Een vogelbespieder moet zelf onzichtbaar zijn. En als de luikjes open gaan dan blijkt ineens dat een steltkluut, een kleine plevier of een gewone kievit er heel anders uitziet dan van honderd meter afstand. Je kan het vuiltje in hun oog zien, het wormpje dat ze opdiepen, het waterdrupje dat van hun snavel valt. OP DE SCHOP Na een kleine twintig jaar beheer werd het tijd voor groot onderhoud. Eilanden kalven af en geultjes slibben dicht. Een mooi moment om maar meteen nieuwe inzichten in een groot project mee te nemen. Geulen verdiepen en met het slib extra eilanden aanleggen biedt broedvo- gels meer keuze en maakt ze weerbaarder tegen ZEEUWS -34-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 38