van Terra Maris UIT Di COLLECTIE Foto Opgezette das (M. Walhout) Sinds kort bevindt zich in de collectie van Terra Maris een fraai opgezette das. Dassen zijn de grootste marterachtigen die in Nederland in het wild voorkomen. Ze worden zo'n 70- 80 cm groot (de staart niet meegerekend) en kunnen tot wel 17 kg zwaar worden. Kleinere vertegenwoordigers zijn de boom- en steenmarter, bunzing, hermelijn en wezel. Je ziet zelden een das. Allereerst omdat ze bepaald niet algemeen zijn in ons land (hoewel de aantallen toenemen), maar ook omdat het nachtdieren zijn. Overdag blijven ze in hun hol (bij dassen heet dat een burcht) en pas als het donker wordt, trekken ze erop uit, op zoek naar voedsel. De das is niet kieskeurig. Hij eet zo ongeveer alles wat in zijn bek past kun je zeggen: regenwormen, insectenlarven, kevers, slakken, amfibieën, muizen en allerlei plantaardig voedsel zoals vruchten, noten, granen en klaver. Ook eieren en aas versmaadt hij niet. De dieren blijven meestal hun hele leven bij dezelfde burcht, maar soms verlaten ze hun vertrouwde plek en gaan zwerven. Ze sluiten zich dan aan bij de woongroep van een andere burcht of vinden een woonplek voor zichzelf. De das in de collectie van Terra Maris was vermoedelijk zo'n zwerver. Stefan Haaij, medewerker van Het Zeeuwse Landschap vond het dode dier in februari 2013 vlak bij de Philipsdam. De das was daar aangereden en had dat niet overleefd. De vondst van het dier op Zeeuws grondgebied is opmerkelijk, omdat al tientallen jaren geen levende das in Zeeland is waargenomen. Het dier (een jong vrouwtje) is inwendig bekeken en bleek goed gevoed met zo'n 100 regenwormen in haar maag, en met flinke vetreserves. Vermoedelijk is deze das afgedwaald uit West-Brabant, waar bewoonde dassenburchten zijn. Het is bekend dat dassen grote afstanden kunnen afleggen, dus is een dwaalgast uit het oosten niet onwaarschijnlijk. Dassen kwamen tot in de jaren '70 van de vorige eeuw voor in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. In Sint Philipsland werd nooit eerder een das gezien, al zou in de jaren '80 eenmaal een das zijn waargenomen in de Slikken van de Heen. Of'onze das'een voorteken is van hernieuwde vestiging van de soort in Zeeland, is zeer de vraag. De omstandigheden voor vestiging zijn niet specifiek verbeterd, terwijl het verkeer -de belangrijkste doodsoorzaak voor de das- alleen maar drukker is geworden. Wellicht moeten we het voor de waarneming van een das daarom voorlopig doen met het opgezette exemplaar in de expositie van Terra Maris... Marten Hemminga -LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 24