0 t*. Slakken rusten overdag, en zijn 's nachts actief. Als het koud of droog is, kruipt een slak nog dieper weg. IA. WjS Slakken horen tot de dierenfamilie Gastropoda. Dat betekent'buikpotigen'. Hun buik is eigenlijk een grote, gespierde voet. Als ze zich voortbewegen, komt er slijm uit die voet. Daardoor glijdt de slak makkelijker. Heb jij wel eens zo'n slijmspoor gezien? Er zijn slakken die op het land leven, maar de meeste soorten leven in het water. Een huisjesslak heeft vier sprieten op z'n kop. Met de kleine sprietjes aan de voorkant kan hij voelen. En bovenop de langere sprieten zitten zijn ogen. Er zijn twee soorten slakken; huisjesslakken en naaktslakken. Als er gevaar dreigt, bijvoorbeeld als het erg zonnig is, kruipt de huisjesslak snel in z'n huisje. Een naaktslak beschermt zich tegen uitdrogen door een glibberig laagje op z'n lijf. Als je een slak wilt zoeken, kijk dan onder bladeren, hout of stenen. Want dat zijn veilig plekjes waar bijvoorbeeld vogels ze niet kunnen vinden. Vanaf april leggen slakken eitjes, in de grond. Huisjesslakken die net uit het ei gekropen zijn, hebben al een huisje op hun rug. Als ze groter groeien, groeit hun huisje mee. Als je goed kijkt kun je op het huisje groeilaagjes zien. Slakken eten plantaardig voedsel zoals algen, bladeren of bloemblaadjes. Het zijn dus echte opruimers. \wao(^sen^eet ZEEUWS -23-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2014 | | pagina 27