bomen en helpen bij het onderhoud van geschikte
nestbomen. Op kleine schaal werden er nestkasten ge
plaatst ter vervanging van natuurlijke holtes in de vele
gekapte hoogstambomen en knotwilgen. Dat leidde
ertoe dat de steenuilpopulatie op Zuid-Beveland,
voornamelijk in de'Zak', zich tot de eeuwwisseling
redelijk wist te handhaven met ongeveer twintig tot
dertig broedparen.
Maar de laatste tien jaar staat de steenuilpopulatie op
Zuid-Beveland opnieuw onder druk; de oppervlakte
van het voor de steenuilen geschikte landschap wordt
kleiner. Regelmatig is te zien dat voedselrijk grasland
en kleinschalige akkers veranderen in voor steenuilen
totaal ongeschikt biotoop, zoals laagstamfruitboom
gaarden en velden met zwarte-bessenstruiken. Veel
agrarische bedrijven vervangen de voor dit type land
schap zo bepalende houten schuren door stalen lood
sen. Door het massaal kappen van bomen op de dijken
is er geen dekking voor uitwisseling van steenuilen
tussen deelgebieden. De toenemende woningbouw
en industrie langs de A58 vormen bijna onneembare
barrières voor verplaatsingen tussen de verspreid
voorkomende, nog voor steenuilen geschikte bio
topen ten zuiden en ten noorden van de rijksweg.
Soms vormt zelfs het ten gunste van de ecologische
hoofdstructuur (EHS) omzetten van weiland en akkers
in uitgestrekt, open wetland een bedreiging voor het
voortbestaan van steenuilen in Zuid-Beveland.
Foto links
Dit soort plekjes -
ideaal voor steen
uilen - verdwijnen
meer en meer uit het
landschap.
(Ronald Harxen)
Foto rechts
Steenuil.
(C. Jacobusse)
Sinds 1940 neemt het aantal steenuilen in heel
Nederland af, met het veranderen van het landschap
als voornaamste oorzaak. Deze vogels komen van
oudsher voor in kleinschalig landbouwgebied, door
heggen omzoomde, begraasde weitjes en rommelige
erven met oude, deels vervallen gebouwen, waar ze
voldoende voedsel, veiligheid en broedgelegenheid
vinden. Dit type landschap was tot 1950 algemeen te
vinden op alle Zeeuwse eilanden. Steenuilen konden
zich als het ware vrij vanuit West-Brabant naar de
Noordzeekust verplaatsen. Met één belangrijke be
perking: steenuilen zullen niet gauw een breed water
oversteken, omdat ze dan te kwetsbaar zijn. Door de
watersnoodramp en door de daarop volgende grote
ruilverkavelingen in de jaren zestig verdween veel van
het geschikte type landschap. Daardoor raakten de
steenuilpopulaties op de eilanden geïsoleerd in delen
waar het kleinschalige landbouwgebied intact was
gebleven. Ook daar kwamen ze onder druk te staan
door nieuwe regels voor hygiëne op het agrarische erf,
waardoor rommelhoekjes en mestopslag in de open
lucht verdwenen. Ook werden oude, vervallen boer
derijen gemoderniseerd en kregen vaak een nieuwe
bestemming. Door het krimpen van de populaties was
het steeds moeilijker om te herstellen van sterfte in
strenge winters, zoals die van 1963,1979 en 1996. Voor
de overgebleven steenuilen opTholen, Schouwen-Dui-
veland en Walcheren pakte dat uiteindelijk fataal uit.
KERNGEBIED: DE ZAK VAN ZUID-BEVELAND
Dat een levensvatbare populatie zich op Zuid-Beve
land heeft weten te handhaven heeft alles te maken
met het behoud van kleinschalige landbouw in de Zak
van Zuid-Beveland. Het landschap biedt steenuilen
voldoende dekking om zich te verplaatsen (heggen en
bomenrijen), voldoende voedsel (kleinschalige land
bouw) en voldoende nestgelegenheid op bewoonde
erven, in de vorm van grenslinden, knotwilgen,
hoogstamfruitbomen en houten schuren. Stichting
Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) besloot al in 1996
om in overleg met eigenaren van geschikte erven,
natuurbeherende organisaties en de KNN V-vogel werk
groep maatregelen te nemen om de steenuilen op
Zuid-Beveland te behouden en mogelijk uitte laten
breiden. Om de bestaande steenuilbiotoop in stand te
houden werd contact gezocht met agrariërs. In overleg
met hen bleek het mogelijk maatregelen te nemen:
aanpassing van erven, planten van jonge hoogstam-
PROFESSIONELE INZET
Sinds 2007 houdt een professional, dankzij financiële
steun van de Provincie Zeeland en in opdracht van
SLZ, zich bijna dagelijks bezig met de bescherming
van steenuilen. In elk geschikt steenuilbiotoop dat nog
te vinden is op Zuid-Beveland en Walcheren plaatste
deze steenuilbeschermer nestkasten. In totaal zijn er
nu 340 kasten beschikbaar. Eik jaar worden alle kasten
gecontroleerd. Door steenuilen bezette kasten krijgen
vaker bezoek, mede om alle jongen te ringen. Ook
komen er jaarlijks nieuwe geschikte erven bij, door het
in nauw overleg met de eigenaren uitvoeren van aan
passingen, zoals het aanplanten van hoogstambomen.
Op informatieavonden krijgen'boeren en buitenlui'te
horen wat ze zelf voor deze kleinste uilensoort kunnen
doen en voor welke maatregelen ze hulp kunnen krij
gen. De afgelopen vijfjaar viel het op dat steeds meer
steenuilen gebruikmaken van de nestkasten. Er zijn
nog maar enkele paartjes die niet in een nestkast broe-
ZEEUWS -15-LANDSCHAP