i k.Ma fff» I.fr -L IK 4. Steenuilbeschermer Peter Boelee aan het werk bij een nestkast. (Ronald Harxen) itè' wal den, maar in een grenslinde of knotwilg. Waarschijnlijk heeft die Verhuizing'te maken met de toenemende concurrentie van de andere holenbroeders: kauwtjes. Kauwen blijken in staat om met een hele groep een steenuil zo lang als nodig is te pesten tot ie vertrekt, zodat ze het broedhol kunnen overnemen. Met zeker heid is in 2014 vastgesteld dat er in 44 nestkasten is gebroed en slechts op drie plaatsen zijn jonge steen uilen gezien, die niet in een nestkast uit het ei zijn ge kropen. Op basis van nestkastcontroles, ringonderzoek en zichtwaarnemingen zijn in 2014 in totaal 55 bezette steenuilterritoria gevonden. Een bezet territorium wordt bepaald aan de hand van meerdere waarne mingen binnen een bepaalde periode. Het hoeft hier dus niet altijd om paartjes te gaan. Waarschijnlijk leeft er ook nog een kleine surplusgroep van ongepaarde steenuilen op Zuid-Beveland, de'vrijgezellen'. Het is bekend dat jonge steenuilen zich in de directe omgeving van hun geboorteplek willen vestigen. Het is daarom van belang om zoveel mogelijk nestkasten te blijven plaatsen, om de bezette territoria heen. Want hoe groter het aantal steenuilen, hoe groter de kans dat ze zich na een strenge winter of een door weersomstandigheden mislukt broedseizoen weten te herstellen. AANDACHT BLIJFT NODIG Ondanks het grote aantal jonge steenuilen (105) dat in 2014 is uitgevlogen, de medewerking van'boeren en buitenlui'en de grote inzet van natuurbeschermings organisaties en vrijwilligers is het nog te vroeg om nu een stapje terug te doen. Niet alleen voor het behoud van het landschap, maar ook voor het plaatsen van nestkasten. Om de populatie de kans te bieden zich ten noorden van de A58 richting Kattendijke en Wemeldinge en ten westen van de Zak richting Wal cheren uit te breiden, is de inzet van alle middelen nog steeds hard nodig. Om de steenuil ook in de toekomst in Midden-Zeeland te kunnen behouden is de stichting Steenuilbescher ming Zeeland in het leven geroepen. Voor informatie over wat u voor de steenuil in Zeeland kunt doen, kijk opwww.steenuilbeschermingzeeland.nl. P. Boelee zet zich in opdracht van Stichting Landschaps beheer Zeeland professioneel in voor de steenuilen op de Bevelanden en Walcheren In 'Onderzoek naar de verspreiding van de Steenuil in Zeeland 2007'van Alex de Smet is te lezen dat er in 2006 1513 kilometerblokken in Zeeland zijn onderzocht op de aanwezigheid van steenuilen. In Zeeuws- Vlaanderen zijn in 300 kilometerhokken 417 territoria vastgesteld. Op het eiland Tholen werden geen steenuilen waargenomen. Op het eiland Schouwen-Duiveland zijn in 2006 nog 5 paar steenuilen vast gesteld, maar ondanks allerlei beschermende maatregelen van SLZ en de inzet van vrijwilligers zijn daar sinds 2011 geen steenuilen meer aangetroffen. Volgens het onderzoeksrapport van Alex de Smet is er op Walcheren in 2007 nog een broedend paartje aangetroffen, vlak aan de grens met Zuid-Beveland. Ook nu broedt er nog maar één paar steenuilen in die regio. In 2007 broedden steenuilen op Zuid-Beveland in 7 nestkasten, 4 gebouwen en 11 holle bomen. In 2008 gebruikten steenuilen 18 nestkasten, in 2009 waren dat er al 22, in 2010 waren 26 nestkasten bezet, in Steenuil bij zijn 2011 bewoonden ze al 30 kasten, 3 gebouwen en 9 holle bomen, in 2012 gebruikten de uilen 37 kasten, nestkast, in 2013 40 nestkasten en in 2014 broedden ze in 44 kasten. Voorzover bekend werd er nog maar in één (C. Jacobusse) gebouw en 2 holle bomen gebroed. ZEEUWS -16-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2015 | | pagina 20