van Terra Maris POTVISTANDEN UIT Dl COLLECTIE In onze collectie voorwerpen uit de walvisvaart, die we in 1977 van de heer Versluijs uit Colijnsplaat kregen, bevinden zich enkele potvistanden. Dit zijn fraaie, grote, ivoren tanden die sterk tot de verbeelding spreken. Waar zou een potvis die voor gebruiken? Voor het doden van een reuzeninktvis? U kent misschien wel de plaatjes van een potvis die in de diepzee in gevecht is met zulke dieren. Die kunnen werkelijk erg groot worden. In 1887 spoelde er in de Lyall Baai in Nieuw-Zeeland een exemplaar aan met armen van wel 15 meter lengte! Daar heb je als potvis toch wel een paar forse tanden voor nodig. De bekende, grote tanden zitten bij de potvis in de onderkaak. In de bovenkaak zitten ook tanden, maar die zijn rudimentair: ze zijn niet mooi gevormd en zitten onzichtbaar onder het tandvlees. In de onderkaak zitten zo'n 18 tot 26 opvallende tanden, die ieder een paar honderd gram tot wel een kilo zwaar kunnen zijn. Deze tanden vallen in holtes die langs de bovenkaak liggen. De meningen verschillen of een potvis deze tanden gebruikt om zijn prooien te doden. Een potvis kan inderdaad grote prooien vangen, zo is gebleken. In de maag en darmen van potvissen zijn restanten van reuzeninktvissen gevonden en de littekens van zuignappen op de huid van deze walvissen wijzen op flinke strubbelingen met deze giganten. Maar er zijn ook tandenloze potvissen en potvissen met mismaakte kaken gevonden, die toch prima doorvoed waren. Het hoofdvoedsel van de potvis bestaat niet uit reuzeninktvissen, maar uit pijlinktvissen, waarvoor tanden niet echt nodig zijn. Het dier vangt deze prooi vermoedelijk niet met de tanden, maar zuigt deze min of meer op. Deskundigen denken dat de tanden van een potvis vooral een rol spelen bij mannetjes die om een vrouwtje strijden. Hopelijk doet dit verhaal geen afbreuk aan uw beeld van een Moby Dick die met monsters strijdt, want de potvis blijft een dier van superlatieven. Er is geen dier dat dieper kan duiken (meer dan een kilometer) en langer onder water kan blijven (vrouwtjes meer dan 50 minuten en mannetjes meer dan anderhalf uur). Er zijn maar weinig dieren die meer kunnen eten (mannetjes tot wel 1500 kilo per dag), het is het meest luidruchtige dier (het maakt klikgeluiden tot 230 dB) en het heeft de grootste hersenen (meer dan 7 kilo). Weinig dieren hebben een beter gehoor (walvisjagers worden soms al op 15 kilometer afstand herkend) en potvismoeders voeden hun jongen met melk met een vetpercentage van wel 33%. Verdiept u zich maar eens in een potvis. Dan zult u nog veel meer boeiends tegenkomen en wilt u zich binnenkort vast komen vergapen aan onze potvistanden. Erik Speksnijder Potvistanden uit de collectie van Terra Maris. (E. Speksnijder) ZEEUWS -19-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2015 | | pagina 23