Nederland investeert steeds meer in duurzame energie. Eén manier om grote hoeveelheden duurzame energie op te wekken is de bouw van windparken op zee. Dit is voor Zeeland een actueel thema: zo is de Tweede Kamer recent akkoord gegaan met de aanleg van een windpark voor de kust van Walcheren. Ook levert de offshore- windindustrie in Vlissingen veel werkgelegenheid op. Maar wat voor effecten hebben deze parken op de bijzondere natuur van de Noordzee? Door Kees van der Vlugt ff*- Dynamiek aan open zee. (C. Jacobusse) In een eerdere editie van ons tijdschrift schreven wij dat Het Zeeuwse Landschap de voorkeur heeft voor windparken op zee in plaats van op land. Windparken op land dragen immers relatief weinig bij aan de totale energieproductie, maar leiden soms wel tot omvang rijke natuur- en landschapsaantasting. Een voorbeeld hiervan is het op de Philipsdam geplande Windpark Krammer. Het ligt op het kruispunt van drie belangrijke vogelrichtlijngebieden waartussen juist veel vogeltrek plaatsvindt.Tegelijk beseffen wij ook dat windparken op zee grote invloed op het zeeleven kunnen hebben. Helaas is er over deze effecten nog veel onbekend. ONDERWATERGELUID Zeker is dat de bouw van windparken op zee erg schadelijk kan zijn voor het zeeleven. Heien onder water zorgt namelijk voor harde knallen. Deze knallen kunnen zo hard zijn dat ze tot op grote afstand invloed hebben. Omdat onderwatergeluid een complex fenomeen is, is het tot nu toe niet goed mogelijk om te voorspellen welke effecten deze op een specifieke locatie hebben. Wel is bekend dat deze knallen onder andere kunnen leiden tot gehoorschade bij walvisach- tigen, gescheurde zwemblazen bij vissen en sterfte van vislarven. Ook mijden zeezoogdieren de heiwerk zaamheden tot op grote afstand. Afgelopen jaren zijn er diverse methoden ontwikkeld om het geluids niveau te verlagen, zoals luchtbellenschermen rondom de hei-installatie. Hier lijken goede resultaten mee behaald te kunnen worden. Duitsland heeft daarom besloten om, in navolging van Europese afspraken, een grens te stellen aan het maximaal toegestane onderwatergeluid bij de aanleg van windparken op zee. In Nederland is dit nog niet het geval. Na de aanleg produceren windmolens op zee continu onderwatergeluid. Dit is veel minder hard dan de knallen die vrijkomen bij het heien. Over de gevolgen van dit geluid is helaas nog onvoldoende bekend. Uit diverse studies blijkt dat de effecten per windpark verschillen. Zo mijden bruinvissen bepaalde wind parken in gebieden waar deze zeezoogdieren vóór de aanleg wel kwamen, terwijl in andere windparken juist meer bruinvissen voorkomen. Waarschijnlijk komt dat laatste door het verbeterde voedselaanbod. ZEEUWS - 8-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2015 | | pagina 8