HOSPEEËN, DERRING
EN OEKSTEKELS
DE PADEN OP
^•if 1
Tekst en foto's: Carolien van de Kreeke
wrmfi.
Chiel Jacobusse
(links) en Jo Kodde.
(C. van de Kreeke)
De struwelen zouden op deze dag omgeven moe
ten worden door vlinders, zweefvliegen en andere
zomerse fladderaars. Maar het weer gooit roet in
het eten. Het is een druilerige ochtend. Een enkele
nachtvlinder vliegt verschrikt op uit het natte gras.
Het landschap probeert zich, dankzij vele tinten
groen en kleurrijk bloeiende planten, toch van z'n
zonnige kant te laten zien.
Het grasland kleurt, door het droge voorjaar, meer
geel dan groen. Grassprieten komen tot aan de
knieën. Blijkbaar is de tafel hier te rijk gedekt voor
het vee dat er loopt. "Bij de ingang van het gebied
staat er vooral Engels raaigras," vertelt Chiel Jaco
busse. Hij specialiseerde zich ooit in grassen en is de
namen blijkbaar nog niet verleerd. "Dit is kropaar,
daar staat witbol en dit hier is kweek."
"Ofwel 'hospeeën', op z'n Walchers," vult Jo Kodde
hem aan. "Het heeft een sterk wortelstelsel, waar
mee het zich vermeerdert. Vroeger werd dit gras,
voordat een akker ingezaaid werd, uitgetrokken en
de ondergrondse delen uitgeschud. Want als het
eenmaal tussen het gewas stond, was het lastig
te bestrijden."Chiel vindt het leuk om dergelijke
streeknamen en verhalen te horen. Hij heeft aan
Jo dan ook een interessante gesprekspartner, want
die is al meer dan veertig jaar boer. Aanvankelijk in
Biggekerke, maar door de ruilverkaveling kwam hij
vierentwintig jaar geleden naar de prachtige,
historische hoeve 'Oranjepolder', bijna tegenover
het Heggengebied Arnemuiden.
De Blikkendijk, met statige populieren en grillig
gevormde struwelen, begrenst het heggengebied
in de lengte. Met de Oranjepolderseweg als enige
onderbreking loopt die dijk vanaf Arnemuiden tot
aan Veere. "Vroeger liep over de kruin van deze
dijk de weg van Arnemuiden naar Veere," vertelt
Jo. "In 1953 hield deze dijk het water tegen dat via
de doorgebroken Veerse-Meerdijk de Oranjepol
der binnenstroomde."Chiel bevestigt dat er in het
heggengebied bijna geen zout in de ondergrond
aanwezig is. Hij speurt naar brakke of zilte planten,
maar komt er geen tegen. "Of ja, toch wel. Daar, de
behaarde boterbloem." Chiel plukt'm, en laat het ty
pische kenmerk van deze boterbloemsoort zien: de
teruggeslagen kelkbladeren. "Voel je hoe vettig het
kroonblad is?! Dat is omdat de boterbloem regen-
bestuiving kent: door een over het blad glijdende
regendruppel worden stuifmeelkorrels naar de
stamper vervoerd."
Vroeger was dit ongetwijfeld wél een zout gebiedje.
Laagtes en hoogtes in de ondergrond wisselen
elkaar op korte afstand af. Het hoogteverschil is
soms meer dan een meter. "Er heeft hier ongetwij
feld 'moernering' plaatsgevonden," stelt Chiel. "Het
winnen van zout uit de grond. Aanvankelijk ging
dat ongeorganiseerd. Links en rechts werd veen
ZEEUWS -14-LANDSCHAP
Met: Jo Kodde, akkerbouwer in Arnemuiden
Gids: Chiel Jacobusse, ecoloog bij Het Zeeuwse
Landschap.
Waar: Heggengebied Arnemuiden