muizen worden amfibieën, kleine vogels en zelfs grote insecten gegeten. Als muizenvanger werd de wezel vroeger op het boerenland alom gewaardeerd. De wezel houdt van kleinschalige landschappen met de nodige bosschages, maar daarnaast is hij met regel maat op totaal onbeboste zeedijken te zien. Tenminste, tot voor kort. Vernieuwde zeedijken met hun gesloten steenbekleding zijn waarschijnlijk nauwelijks bewoonbaar voor wezels. In het verleden kon je ze geregeld hun'periscoop'tussen deVilvoordse zandsteen omhoog zien steken. 40, 50 jaar geleden actief waren, vingen er jaarlijks tientallen wezels en hermelijnen, zonder dat dat de stand merkbaar beïnvloedde. Dergelijke aantallen zijn inmiddels volkomen ondenkbaar. Het illustreert indringend dat de teloorgang van de Zeeuwse plattelandsnatuur ook aan onze kleine martertjes niet voorbijgaat. C. Jacobusse is hoofd ecologie en kwaliteitszorg van stichting Het Zeeuwse Landschap op vele landgoederen de konijnenjacht bederven". Een kwestie van perceptie natuurlijk. Bunzingen zijn makkelijk herkenbaar door de zeer donkerbruine vacht, waar hier en daar geel dons door schemert. Op het gezicht zitten witte vlekken van wis selende grootte. Een bunzing wordt, inclusief staart, maximaal een halve meter lang en de mannetjes wegen tot anderhalve kilo. Vrouwtjes wegen de helft minder. Er zijn een paar verwanten van de bunzing die soms in Zeeland verwilderd voorkomen. De Ameri kaanse nerts is wel te vinden in de buurt van kwekerij en waar af en toe exemplaren ontsnappen. Een andere verwant die uit gevangenschap afkomstig is is de fret, waarschijnlijk een kruisingsproduct waarvan de bun zing één van de oorspronkelijke voorouders was. WEZELS, PLATTELANDSBEWONERS Bunzingen zijn sluipers, die zich bijna onzichtbaar door de vegetatie verplaatsen. Wezels doen dat ook, maar die hebben de gewoonte om regelmatig op hun achterpoten rechtop te gaan staan om de omgeving te overzien. Het wordt vaak uitgelegd als nieuwsgierig heid, maar het is juist een veiligheidsmaatregel om te zien of er geen gevaar dreigt. Dat gevaar bestaat met name uit vogels, die geregeld wezels verslinden. Vooral de bruine kiekendief vangt ze met enige regel maat. De wezel is een plattelandsbewoner bij uitstek die zich maar mondjesmaat in de bebouwde omge ving laat zien. De wezel is half zo groot als de bunzing en de kleinste van onze marterachtigen. De Zeeuwse naam'muus'ondje'(muizenhondje) geeft prima aan wat de belangrijkste prooien zijn. Naast HERMELIJNEN, MET ZWARTE STAARTPUNT Hermelijnen zijn iets groter dan wezels, maar hermelijnvrouwtjes en wezelmannetjes ontlopen elkaar in grootte maar weinig. Hermelijnen zijn het bekendst vanwege hun vachtwisseling. In de winter worden de oranjebruine diertjes wit. Dat geldt niet voor alle individuen; sommigen houden gewoon hun zomerkleur. Hét kenmerk om hermelijnen van wezels te onderscheiden is de zwarte staartpunt van de hermelijn. Verder is er een subtiel, maar duidelijk verschil in leefgebied. Wezels kun je in principe'overal'tegenkomen, terwijl hermelijnen meer beperkt zijn tot vochtige (weide-)gebieden. Zo leeft er een flinke populatie hermelijnen in de Yerseke Moer, waar overigens ook de nodige wezels en bunzingen te vinden zijn. Jagers die daar zo'n Wezel. Bunzing. ZEEUWS -21 - LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2015 | | pagina 25