Zonder beheer verandert bijna alle natuur in Nederland in bos. Om de afwisseling en
daarmee de diversiteit aan flora en fauna te behouden is dus natuurbeheer nodig. Het
Zeeuwse Landschap streeft naar duurzaam behoud, herstel en ontwikkeling van de
natuurwaarden. Beheerteam Zuid toont wat dat bijvoorbeeld jaarrond voor Zeeuws-
Vlaanderen betekent.
Het beheerteam
knot wilgen in
Retranchement.
(F. Schenk)
Black Angus-
koeien in de
Willem
Leopoidpoider.
(F. Schenk)
Natuurlijke processen krijgen in onze terreinen zo
veel mogelijk de ruimte, maar we kunnen de natuur
niet overal zo beheren. Vaak ontbreekt namelijk die
ruimte. Alleen grootschalige gebieden, zoals het
Verdronken Land van Saeftinghe, kunnen voldoen
de kracht ontwikkelen om het systeem doeltreffend
en duurzaam in stand te houden. Veel van onze
kleinere, binnendijkse natuurgebieden, zoals kreek
graslanden, bossen, kleinschalige akkers, bloemdij-
ken en vestingwerken zoals de Wallen van Retran
chement, hebben ook een grote cultuurhistorische
betekenis. Dat vereist een heel andere aanpak.
BEHEERPLANNEN
Voor al onze terreinen is het beheer vastgelegd in
actuele beheerplannen, met een geldigheidsduur
van 12 jaar. Het grootste deel van het beheerwerk
bestaat uit maatregelen die een directe relatie heb
ben met de natuurdoelstellingen van de terreinen.
Het gaat om maaien van graslanden, kleinschalig
akkerbeheer, schonen van plassen en poelen,
onderhoud van beplantingen, onderhoud van
paden, rasters en andere recreatieve voorzieningen.
Ons eigen beheerteam, aannemers en vrijwilligers
voeren de beheer- en inrichtingsmaatregelen uit.
KNOTTEN
In de maanden november tot en met februari zijn
de werkzaamheden vooral toegespitst op het
onderhoud van diverse beplantingen. In Zeeuws-
Vlaanderen staan verspreid over de gebieden van
Het Zeeuwse Landschap circa 4000 knotbomen, van
één jaar tot meer dan een eeuw oud.
Dijkbeplantingen met oude knotbomen zijn karak
teristiek voor het Zeeuws-Vlaamse landschap; op
menige foto pronken ze in een opvallende hoofdrol.
In het verleden dienden de buigzame twijgen voor
het vlechten van manden en werden de dikkere tak
ken gebruikt voor het stoken van de bakkersovens.
In een cyclus van 4 a 5 jaar ontdoen we de bomen
nog altijd van hun tooi. De knoestige bomen vor
men met hun natuurlijke holtes een ideaal leef
gebied voor planten en dieren. Eén van de bekend
ste bewoners is misschien wel de steenuil.
BEGRAZEN
In maart treffen we de eerste voorbereidingen voor
het aanstaande beweidingsseizoen. In het meren
deel van onze gebieden vindt begrazing in het zo
merhalfjaar plaats. De werkzaamheden omvatten in
hoofdzaak de controle en reparatie van veerasters,
hekken en bebording van de graslandlandreserva-
ten. In de weidevogel- en botanische graslanden
worden van april tot en met november runderen en
schapen ingezet. Zonder begrazing treedt vervilting
van graslandreservaten op en ontstaat eenvormig
heid in de vegetatiestructuur. Daardoor neemt de
soortenrijkdom af. Het vee is van lokale boeren. De
begrazingsduur en -dichtheid stemmen we met
hen af om optimale resultaten voor weidevogels
en andere specifieke natuurwaarden te behalen. Er
grazen vooral vleesrunderen, zoals de Belgische
ZEEUWS -
10-LANDSCHAP