Y
De trend is al decennia bekend en het eind vorig jaar verschenen rapport'Natuur in Nederland'
van het Wereld Natuur Fonds komt met dezelfde boodschap: de natuur op het platteland
gaat nog steeds achteruit. Vogels, zoogdieren en vlinders: de aantallen blijven dalen. Een
gebied dat nog de ooit gangbare natuurkwaliteit van het vroegere platteland heeft, met
zijn vogelgeluiden en diversiteit aan planten en dieren, zou tegenwoordig direct als een
natuurgebied bestempeld en ervaren worden. Plaatselijk genomen natuur-bevorderende
maatregelen in landbouwgebieden, die soms succes hebben, kunnen die algemene
achteruitgang niet stoppen. Daar is echt meer voor nodig.
- 7
-"•& tó: 'v -"
Zeeuws akkerland:
heel productief,
maar weinig
natuur.
(M. Hemminga)
SCHAALVERGROTING EN EENVORMIGHEID
Het levenlozer en stiller worden van het platteland
heeft verschillende, bekende oorzaken. De formi
dabele agrarische productie in Nederland werd
mogelijk door het landschap volledig in te richten
en te benutten voor een maximale oogstopbrengst.
Dat betekende het verdwijnen van de vele kleine
kavels die zo kenmerkend waren voor de vroegere
landbouw, ten gunste van grote, rechthoekige vlak
ken die goed met grote landbouwmachines bewerkt
kunnen worden. Daarmee verdwenen ook
kleinschalige landschapselementen, zoals randen
en hoekjes met natuurlijke vegetaties van kruiden
en struweel. Ervoor in de plaats kwamen in mono
culturen geteelde gewassen met een steeds hogere
plantdichtheid. Natuurlijk biedt zo'n versimpeld
landschap weinig mogelijkheden als leefgebied voor
dieren, of het nou om vlinders en andere insecten,
zoogdieren of vogels gaat. Dramatische voorbeelden
van de achteruitgang zijn de veldleeuwerik op het
akkerland, waarvan de populatie in vijftig jaar met
95% afnam, en de sterke terugval van de grutto in de
weilandgebieden. Beide natuuriconen van het plat
teland, ooit talrijk, verkeren nu in de gevarenzone.
BEMESTING, ONTWATERING EN
BESTRIJDINGSMIDDELEN
Maar er is meer aan de hand dan alleen de zichtbare
verandering van het landschap. De bemesting van
weilanden stuwt de grasproductie op. Daardoor kan
er vroeger en vaker worden gemaaid. Dat heeft
helaas ook tot gevolg dat eieren en jonge vogels
eraan gaan. In de diep ontwaterde weilanden zijn
wormen, voedsel voor de volwassen vogels in
drogere periodes, nauwelijks te pakken te krijgen.
Een andere onzichtbare, voor de natuur negatief
uitwerkende factor is het gebruik van bestrijdings
middelen. De tijd van DDT is gelukkig voorbij, maar
ZEEUWS -12-LANDSCHAP