GROTE BONTE SPECHT ■njon in dec In de collectie van Terra Maris hebben we twee grote bonte spechten: een vrouwtje en een jong dier. Het vrouwtje is herkenbaar aan het geheel zwarte petje en duidelijke witte schoudervlekken, terwijl het jong een geheel rood petje en iets gestreepte, witte schoudervlekken heeft. Helaas ontbreekt in de collectie nog een mannetje van de grote bonte specht. Het zou leuk zijn om deze ook in het museum te kunnen tonen. Deze heeft een ander kleed dan het jonge dier en het vrouwtje; een vergelijking is dan mogelijk. Het mannetje onderscheidt zich met een opvallende rode vlek op het achterhoofd. Een ieder die als kind (of volwassene) het boek'Pluk van de Petteflet'van Annie M.G. Schmidt heeft gelezen - waarin een boze museumdirecteur een zeldzame Krullevaar aan de collectie wil toevoegen door deze te doden - denkt misschien dat onze (niet al te boze) directeur we! even zo'n mannetje grote bonte specht regelt. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Vrijwel alle dieren in de museumcollectie, op wat jachtwild als fazant en haas na, zijn op natuurlijke wijze gestorven. Hierbij moetje denken aan een vogel die zich te pletter vliegt tegen een ruit, een auto, draad of iets dergelijks, een dier dat aan een ziekte doodgaat of de winter niet doorkomt. Vooral tijdens een strenge winter komen veel dieren in de problemen. Soms zijn overleden dieren niet meer'gewoon' op te zetten, omdat bijvoorbeeld de schade aan het verenkleed te groot is. Dan kan misschien wel het skelet geprepareerd worden. Ook wordt wel eens alleen de schedel schoongemaakt en bewaard. Dat kan genoeg zijn om een fraai verhaal te 'vertellen'. Zo is aan de schedel van de grote bonte specht te zien hoe deze vogel de klappen van het hakken in een boom opvangt. Het dier heeft een veerkrachtige snavel en achter de snavel wat verdikte delen. Deze verdikte delen bestaan uit gelaagd, poreus bot dat de kracht van de klap verspreidt. Ook loopt er over de schedel een groefje, waarin bij een levend dier de tong ligt. De tong van een specht loopt onderhuids vanaf de bovensnavel over de schedel heen naar de bek en fungeert zo als een soort autogordel. Ook een schedel van een grote bonte specht hebben we nog niet in de collectie. Eerst maar eens hopen op een gaaf mannetje, hoewel ik moet toegeven dat ik ze levend toch het mooiste vind. Erik Speksnijder It EEUWS -18-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2016 | | pagina 22