rondom het gebied staat. Dat doen we heel vroeg in het voorjaar, om de weidevogels niet te verstoren. In de nazomer maaien we delen van het gebied, om verruiging tegen te gaan. Ook maaien we langs een aangelegen landbouw- perceel een zone van dertig meter om distels te bestrijden. Een andere, jaarlijks terugkerende klus is een heel uitdagende: het maaien van de vogeleilandjes." Om dat toe te lichten, wordt er een kijkje ge nomen in de vogelkijkhut. Door de kijkspleten, die op verschillende hoogtes gemaakt zijn, zijn circa tien eilandjes te zien. Talloze vogels en vogelsoorten zijn daar blijkbaar mee in hun nopjes, want op het water en de eilandjes is het een drukte van belang. "Als de vegetatie op de eilandjes te hoog en te dicht wordt, zijn de eilandjes niet meer aantrekkelijk voor de vogels," vertelt Peter. "Daarom maaien we de eilandjes aan het einde van de zomer. We lopen dan in een waadpak tot onze middel door dit water, met de bosmaaier op onze schouder Het bordje boven de vogelkijkhut vermeldt'Sluis wachter'. Het is vernoemd naar een sluiswach terswoning die aan de rand van de watergang stond. "Op die plek ligt nog puin," weet Peter. "Herinner jij je die woning?" Ria schudt ontken nend haar hoofd. Haar familie komt hier vandaan Ria's vader is opgegroeid op een boerderij aan de rand van De Blikken. "Vandaar wellicht je interesse voor de natuur?," vraagt Peter. "Zeker," antwoordt Ria. "Hij wist veel van de natuur, net als mijn oom, waar we veel mee omgingen. De liefde voor de natuur is mij met de paplepel ingegoten!" Teruglopend vanaf de vogelkijkhut valt het op dat al veel planten, de eerste exemplaren van dit jaar, fleurig bloeien. Plots vliegen met luid gegak tientallen ganzen op. Even verderop strijken ze weer neer. "De rust keert weer," besluit Ria. C. van de Kreeke is medewerkster afdeling communicatie van stichting Het Zeeuwse Landschap De Blikken is een weilandreservaat tussen Oostburg en Nieuwvliet. Het is 54 ha groot en wordt doorsneden door slingerende kreekjes en oude drainageslootjes. Het gebied heeft een eigen waterhuishouding. Omstreeks 1583 kreeg het terrein zijn huidige vorm, tijdens de inundatie in de Tachtigjarige Oorlog. Door het getij ontstond er een reliëfrijk landschap, doorsneden met kreken. Na de Vrede van Munster in 1648 is het gebied geleidelijk weer in cultuur gebracht. Halverwege de jaren negentig is het als natuurgebied ingericht en in beheer bij Het Zeeuwse Landschap gekomen. Het gebied is niet vrij toegankelijk, maar vanaf de Ringdijk goed te overzien. Naast de Ringdijk ligt op enkele stukken een half-verharde weg ('Vogelboulevard'), om rustig te kunnen kijken zonder het verkeer op te houden. Vanaf dezelfde dijk zijn er twee vogelhutten te bezoeken. Als er echter ijs ligt, mag er geschaatst worden. ZEEUWS -13-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2016 | | pagina 13