Veel mensen denken bij aantasting van de natuur vooral aan grootschalige ingrepen
in het landschap, zoals nieuwbouwprojecten of de kap van bossen. Toch is één
van de grootste bedreigingen voor de Nederlandse natuur onzichtbaar: stikstof.
Toename van stikstof kan tot overbemesting leiden. Dat is geen goede ontwikkeling.
Voor onze gebieden zijn wij daarom kritisch op plannen die wij qua stikstof uitstoot
een groot risico vinden. Een voorbeeld hiervan is het plan voor de vestiging van een
mestopslag en -verwerkingsbedrijf nabij de Yerseke Moer. De Moer heeft bijzondere
natuurwaarden die van voedselarme bodems afhankelijk zijn.
Yerseke Moer.
(K. van der Vlugt)
Stikstof is een belangrijke voedingsstof voor
planten. Van nature komt stikstof in diverse
chemische vormen voor. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan ammoniak. Naast de stikstof die van nature
voorkomt, komt door de uitlaatgassen van het
verkeer, gebruik van (kunst)mest in de landbouw,
intensieve veehouderij, mestverwerking, industrie
en energieopwekking met fossiele brandstoffen
extra stikstof in de directe omgeving terecht. Dit
noemen wij stikstofdepositie.
Stikstofdepositie kan ervoor zorgen dat sommige
planten, zoals brandnetels en bepaalde gras
soorten, door sterke groei gaan overheersen en
andere soorten wegconcurreren. Ook zijn
sommige planten- en paddenstoelsoorten slecht
bestand tegen een ophoping van stikstof in de
bodem. Een toename in stikstofdepositie zorgt
er dus voor dat de samenstelling van vegetaties
wijzigt en de biodiversiteit in natuurgebieden
ZEEUWS -12
zelfs flink kan afnemen. Dit is een landelijk
probleem. Beperking van de uitstoot van
stikstof is omwille van herstel en behoud van
de Nederlandse natuur dan ook een belangrijke
opgave.
Papegaaienzwam,
een wasplaat die
in de Yerseke Moer
voorkomt.
(C. Jacobusse)