Prijsvraag Tl 3 Tl JJj hefrt- vast ook wel eens een zandkasteel getouwd. Maak daar een toooie tekening van en stuur op aan; Wannes en Keet/e, Antwoordnummer 106, Wtèo V/L /feïnkenszand. We zï/n er^ benieuwd/ /elereen 1ie een +ekenin^ opstuurt, ontvang van ons een kleine atten+ie. Op school vertelt de juf dat Zeeland er vroeger heel anders uitzag. Waar Zeeland nu ligt, was vroeger veel water. Er waren grote zandplaten waar planten op groeiden. Die noemen we 'schorren'. Bij hoge vloed liepen die onder water. Soms waren er stukken land die iets hoger lagen. Daar woonden de eerste mensen op. In de twaalfde eeuw legden de Zeeuwen de eerste dijken aan. Op die manier beschermden ze het land waar ze woonden tegen het water. Door de aanleg van die dijken ontstonden er in het Zeeuwse schorrengebied allerlei eilanden. Zeeland is in de afgelopen eeuwen vaak van vorm veranderd. Bij harde stormen sloeg de zee soms dijken kapot. Om nieuwe stukken land werd een dijk gelegd, zodat er weer een stukje land bij kwam. Onder andere op Noord-Beveland liggen zogenoemde inlagen achter de zeedijk. Omdat men vroeger bang was dat de dijk bij harde storm door het water kapot zou gaan, werd een eindje landinwaarts een reservedijk aangelegd. Het stuk land tussen deze twee dijken heet een inlaag. In het Zeeuwse landschap zijn véél dijken te zien en niet alleen langs de kust. Door inpolderingen kwamen de oude zeedijken in het 'binnenland'van Zeeland te liggen. Op sommige van die oude dijken groeien nu bijzondere planten, waarvan sommige in Nederland voornamelijk hier te vinden zijn. Na de watersnoodramp in 1953 zijn de zogenoemde Deltawerken uitgevoerd. Meestal zijn het dammen of speciale waterkeringen. In Zeeland bijvoorbeeld de Veerse dam, de Oosterscheldekering of de Philipsdam. Die beschermen ons tegen het zeewater bij zeer harde stormen. Dus waar je vroeger met een bootje van het ene naar het andere deel van Zeeland ging, kan dat nu met de auto of fiets. ZEEUWS -23-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2016 | | pagina 27