mUMMi rfi. 1 mm* i li %andscha'p liggen. Veldleeuweriken, patrijzen, maar ook kieviten en scholeksters bleken talrijk op de akkers in het gebied te broeden. Zelfs de tureluur en ook de schaarse kwartel bleken zich hier voort te planten. Bij de inventarisaties kwam nóg een opvallend fenomeen aan het licht. Binnen het Stolpweggebied ligt een biologisch landbouwbedrijf van ongeveer t veertig hectare; bijna tien procent van het totale oppervlak. Op de gronden van dat ene bedrijf broedt lira maar 'iefst zon 90% van a"e veldleeuweriken! Ook andere soorten, zoals scholekster, kievit, graspieper en patrijs zijn hier fiks oververtegenwoordigd. Het is op zich wel bekend dat biologische bedrijven meer akkervogels dan reguliere bedrijven herbergen. De schadelijke vergiften die in de reguliere landbouw insecten en onkruidzaden verdelgen, spelen hier immers geen rol. Vaak zijn in de reguliere landbouw de broedresultaten ook slecht, omdat er heel intensief gewied en geëgd wordt. Op het biologische bedrijf in het Stolpweggebied wordt echter relatief extensief geboerd en daardoor zijn de akkervogeldichtheden er ongeëvenaard. In 2016 broedde daar gemiddeld één leeuwerik per hectare. Dat was zelfs in de tijd dat de vogel nog algemeen voorkwam uitzonderlijk veel! Het vóórkomen van zoute kwelplekken zorgt daarnaast voor ideaal broedgebied voor soorten als kievit, scholekster en tureluur. Langs de vele sloten in het gebied is de graspieper talrijk. De vogels op de boerenerven zijn nog niet systematisch in kaart gebracht, maar het broeden van spotvogel, grauwe vliegenvanger, ringmus, boerenzwaluw, kneu, zomertortel, groene specht, kerkuil en torenvalk is (vaak op meerdere erven) vastgesteld. De meest opvallende van die boerenerfvogels is wel de torenvalk, die in het gebied uitzonderlijk tam is. De vogels laten zich vanuit de auto tot op enkele meters naderen, gewend als ze zijn aan de vele vogelfotografen die het gebied bezoeken. PROJECT VAN VEEL PARTIJEN Toen Het Zeeuwse Landschap door planologische perikelen moest afzien van de ontwikkeling van het project Kustlaboratorium in deze omgeving, waren er al veelbelovende contacten met boeren in het gebied. Wij vroegen hen om de stoppels in de winter op het land te laten staan en het spuiten te beperken tot zeer lokale bestrijding van wortelonkruiden als kweek en akkerdistel. Ook andere maatregelen, zoals het laten overwinteren van overstaand graan als voedsel voor de vogels en de realisatie van nieuwe, extra brede akkerranden, voerden de boeren in het gebied door. Voor dat laatste was behalve medewerking van de boeren ook de inzet van Poldernatuur Zeeland en uiteraard van de provincie Zeeland als subsidiërende instantie onontbeerlijk. Om al die extra maatregelen van de grond te krijgen was ook het grondbezit van Het Zeeuwse Landschap in het gebied een cruciale factor. Veel agrariërs in het gebied willen graag extra gronden en ze zijn graag bereid om in ruil voor pacht van onze gronden ook op hun eigen akkers maatregelen voor de akkervogels te treffen. Veel contacten in het gebied zullen in de toekomst verlopen via Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Die heeft hier al met diverse ondernemers gewerkt aan de inrichting van authentieke, streekeigen boerenerven. Die vele boerenerfvogels komen dus niet uit de lucht vallen! Hoewel er al veel tot stand gekomen is, gaan de ambities van de samenwerkende partijen nog veel verder. Er is een Europese projectsubsidie aangevraagd en voor de noodzakelijke cofinanciering heeft Vogelbescherming een succesvolle fondsenwerving onder haar leden gehouden. Een grote akker aan de oostkant van het gebied is aangekocht met een van Schouwen afkomstig legaat. Deze wordt momenteel ingericht als vogelakker; een succesvol concept dat is overgenomen uit Noordoost-Groningen. Zo is er nog volop werk aan de winkel om hier een voorbeeldproject voor het behoud van akkervogels te realiseren. Het project trekt nü al nationale aandacht bij overheden en instituten. C. Jacobusse is hoofd ecologie en kwaliteitszorg van stichting Het Zeeuwse Landschap Kuikens van de veldleeuwerik. Patrijzenkuikens

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2016 | | pagina 7