Recent diende Het Zeeuwse Landschap samen met acht andere natuurorganisaties een zienswijze in op de aanleg van een maatwerkgeul in de monding van de Westerschelde, in de zogenoemde Wielingen. Onze organisaties zijn van mening dat deze gedeeltelijke verdieping van de vaarweg extra druk legt op de natuur van de Westerschelde. Ook kan hiermee onterecht het beeld ontstaan dat een vierde verdieping van de Westerschelde mogelijk is. Maar wat is nu precies het probleem van de Westerschelde en deze maatwerkgeul? Slik, schoren scheepvaart in de Westerschelde. (K. van der Vlugt) de 'n de hc ge w< Al de de he bj Bruin, zeer slibrijk water stroomt de Eems-Dollard in. Schrikbeeld voor de Westerschelde? K. van der Vlugt) De Westerschelde is het laatste nog functionerende estuarium in Nederland: een gebied waar de zee en de rivier geleidelijk in elkaar overgaan. Deze overgang levert een zeer afwisselend, dynamisch en rijk ecosysteem met schorren, slikken, plaatcomplexen, grote en kleine geulen op. De dynamiek van het getij én de overgang van zoet naar zout water maakt de Westerschelde een belangrijk leefgebied voor veel soorten vogels en vissen. Zo broeden er jaarlijks grote aantallen van de zeldzame grote stern, dwergstern en visdief op de Hooge Platen. Ook is de monding van de Westerschelde een belangrijk gebied voor opgroeiende vissen en gebruiken beschermde trekvissen zoals de fint dit gebied. TÉ SLIBRIJK WATER Door de vele inpolderingen in het verleden en de meer recente verdiepingen van de vaargeul is er in de Westerschelde steeds ZEEUWS -1 minder ruimte voor de processen die in een estuarium plaatsvinden. De effecten hiervan zijn al zichtbaar: de plaatcomplexen groeien uit tot hoge, aaneengesloten platen die steeds meer droogvallen, het getijverschil in Antwerpen is groter dan oorspronkelijk en het water is door

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2016 | | pagina 12