=2 SPONTANE STRUWEELON
de praktijk is weerbarstiger en soms zelfs complex. Ook al prijzen natuurbeheerders
runderen op informatiepanelen vaak aan vanwege hun vermogen om gebieden
al grazend open te houden, deze
dieren hebben echter ook hun be
perkingen. Bijvoorbeeld wanneer
het gaat om het aanpakken van
doornstruweel. In West-Zeeuws-
Vlaanderen leidt dat tot extra lastige
natuurbeheerkeuzes.
met op de achter
grond uitdijend
duindoorn- Het lijkt zo eenvoudig: je hebt een stuk bloemrijk grasland, zet er een raster
struweel, omheen, jaagt er een kudde koeien in en klaar is Kees. Maar zó simpel is het niet;
De ontwikkeling van struweel begint vaak
sluipenderwijs. Hier en daar groeit een klein
struikje, ontsproten uit door vogels aangevoerd
zaad. Een enkele meidoorn, rozenstruik of een klein
braamstruweel'breekt'de open, grazige ruimte,
Aberdeen Angus wat visueel aantrekkelijk is. In beperkte aantallen
koeien in de zijn dergelijke alleenstaande struiken vaak een
Willem-Leopold- verrijking van het biotoop. Ze vormen een extra
polder, element dat de biodiversiteit naar een hoger niveau
tilt. Zo bieden solitaire struikjes broedgelegenheid
aan vogels, kunnen amfibieën er veilig schuilen
en profiteren insecten ervan een warmer
microklimaat. Kleinschalige opslag van struweel is
daarom doorgaans geen enkel probleem. Maar wat
als struweelopslag de overhand neemt?
DOORNEN, STEKELS EN UITLOPERS
Vanwege de doornen en stekels worden meidoorns
en rozen door de koeien gemeden. Alleen in het
kwetsbare kiemstadium staan deze struiksoorten
machteloos tegenover de grazers en sneuvelen
er veel. Maar hebben ze eenmaal deze periode
overleefd, dan heeft het vee het nakijken en
kunnen de kleine struikjes ongehinderd tot forse
exemplaren uitgroeien.
Datzelfde geldt voor sleedoorn en duindoorn. Deze
struiken gooien zelfs nog een extra wapen in de
strijd: de ondergrondse uitloper. De moederplant
stuurt ondergrondse loten er op uit om de grazige
omgeving te koloniseren. Zo kan in korte tijd een
fors uitdijend struweel ontstaan. Ook bramen
zijn uitstekend in staat om in snel tempo hun
territorium uit te breiden. Zij doen dit echter met
bovengrondse uitlopers. Deze kunnen binnen één
groeiseizoen tot wel vier meter lang worden. Aan
ZEEUWS - 6-LANDSCHAP