die op het voorhof plaatsvonden. Naast de woning van de heer waren er een grote zaal, kapel, bakhuis, stallen, brouwerij, broodhuis en veel andere gebouwen. Eromheen lag een gracht met een brug en een aarden wal met palissade.Tegenwoordig is van dergelijke voorhoven niets meer in het landschap te zien. Na het opheffen van het mottekasteel werd het voorhof al snel omgeploegd en gebruikt als akker. Alleen de heuvels zijn soms nog aanwezig, maar door natuurlijke erosie en afgraven gekrompen tot soms een fractie van de oorspronkelijke hoogte. de versterkte macht van de landsheren en het teruglopen van de inkomsten uit grondbezit. Slechts een enkele adellijke familie was vermogend genoeg om mee te gaan in de trend de kasteelcomplexen in steen te vervangen. De meeste mottekastelen verloren hun militaire functie. Sommige bergjes werden in de loop der tijd afgegraven, andere bleven geïsoleerd in het landschap of in de nabijheid van een klein boerenerf achter. In de zeventiende en achttiende eeuw kenden enkele van deze boerenerven Eenvoudige impressie van een mottekasteel met voorhof. (bron onbekend) AMBACHTSHERENREPUBLIEK De grote rijkdom aan vliedbergen in Zeeland hangt samen met specifieke gebeurtenissen die tussen de tiende en veertiende eeuw ten westen van de toenmalige loop van de Schelde plaatsvonden. De lokale ambachtsheren organiseerden de aanleg van dijken en dammen, wat hun positie onaantastbaar maakte. Ook was deze regio eeuwenlang een twist appel tussen de graven van Vlaanderen en Holland. Het hele gebied was in de praktijk staatkundig niemandsland, waar beide graafschappen het lokale bestuur aan de ambachtsheren overlieten. Dat leverde Zeeland'Bewestenschelde'de titel'ambachts- herenrepubliek'op. Een derde factor was het erfrecht in Zeeland. De grond en de functie van ambachtsheer werden verdeeld onder de zonen, die het ambacht weer herverdeelden onder hun zonen. Mottekastelen markeerden doorgaans ieder versnipperd ambacht. TELOORGANG Vanaf de dertiende eeuw slonk de macht van de ambachtsheren door de opkomst van de steden, een opleving als luxueuze buitenplaats van de door handel rijk geworden 'nouveau riches'. Voorbeelden zijn 't Hof Hazenberg bij Aagtekerke of het Hof Zwanenburg bij Oostkapelle. Tegenwoordig resteren nog slechts 38 vliedbergen in Zeeland. De meeste daarvan zijn in bezit of beheer bij Het Zeeuwse Landschap, onder andere in erfpacht van het Zeeuws Genootschap. Deze karakteristieke bergjes in het Zeeuwse landschap zijn veelal uitstekend te bewonderen vanaf de openbare wegen. Op Walcheren is er zelfs een speciale fietsroute voor uitgezet. B. Silkens is veldarcheoloog bij de Walcherse Archeologische Dienst. I. Mostert is archeoloog, werkt bij het Zeeuws Archief en deed onderzoek naar de voorhoven van de voormalige mottekastelen. De master-scriptie 'Werven en Voorhoven' van llja Mostert is te downloaden via archeologiewalcheren. nl/download/file:war-37-werven-en-voorhoven-l.htm. Ligging van de resterende vlied bergen in Zeeland. (Het Zeeuwse Landschap) De vliedberg aan de Meinersweg bij Koudekerke. (I. Mostert)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2017 | | pagina 11