I
Geheele wolken van spreeuwen ziet
men, vooral wanneer, de broeityd
afgeloopen zynde, de jongen in staet
gekomen zyn, by't vallen
van den avond herömzwieren.
(Nederlandsche Vogelen 1770-1829,
C.Nozeman en C.Sepp)
zwerm vlak naast elkaar als één vloeibaar geheel weten
te bewegen. Er is al veel onderzoek naar dit verschijnsel
gedaan. Hieruit is onder andere naar voren gekomen
dat een spreeuw zich focust op zes a zeven vogels in
zijn directe omgeving. Hierdoor ziet hij iedere wijziging
in snelheid of koers bijtijds aankomen en kan zo tijdig
zijn snelheid en koers aanpassen. De vogel zet op
basis van de bewegingen van de andere spreeuwen
om hem heen een soort gemiddelde koers uit, wat
botsingen voorkomt. Hoe dat precies werkt, is voer
voor onderzoekers. Het maakt het verschijnsel niet
minder verwonderlijk en fraai om te zien.
TREK
Zwermende spreeuwen zijn kenmerkend voor de
nazomer en het najaar. In de nazomer vormen de
verschillende spreeuwenfamilies die in ons land
gebroed hebben grotere groepen, die gezamenlijk in
een rietkraag of bomenrij de nacht doorbrengen. Zo'n
tachtig procent van deze vogels trekken in september-
oktober weg naar Engeland, België of Frankrijk om er te
overwinteren. In dezelfde periode komen spreeuwen
uit andere delen van Europa, zoals Duitsland en
Rusland, ons land binnen. Soms trekken wel meer dan
dertig miljoen vogels door ons land. De meerderheid
van deze vogels vliegt door, maar een deel blijft in ons
land hangen. In de winterperiode zijn er daardoor vaak
meer spreeuwen in ons land dan in het broedseizoen.
BROEDTIJD
In het vroege voorjaar zijn'onze'spreeuwen er weer
vroeg bij. Al in februari keren ze terug naar hun
broedlocaties en klinkt hun vertrouwde roep van de
daken. In maart begint de strijd om de nesten. Het
mannetje ruimt een oud nest van het vorige jaar
leeg en bekleedt dit opnieuw met allerlei takjes en
grassen. Soms versiert hij het nest met bloemen en
bloemknoppen, want het moet aantrekkelijk zijn
voor de vrouwtjes. Alleen met een mooi nest kan
een spreeuwenman zijn vrouwtje verleiden. Soms
maakt hij meerdere nesten. Dat leidt nog wel eens tot
heftige ruzies, want het kan dan zomaar voorkomen
dat achter zijn rug een ander mannetje een nest
kaapt. Een paar jaar geleden zag ik in ons dorp twee
spreeuwenmannetjes in elkaar geklit, vechtend over
een parkeerplaats rollen. Het ging er erg hard aan toe
en het duurde misschien wel meer dan tien minuten
voor ze weer uit elkaar gingen (ik had tenminste nog
voldoende tijd om thuis mijn camera te pakken en een
paar foto's te maken). Ze hadden geluk dat er geen
kat in de buurt was! Als het nest klaar is, probeert het
mannetje zingend en met zijn mooie veren pronkend
een vrouwtje te verleiden een kijkje in het nest te
nemen. Alleen als ze het nest goedkeurt, vormen ze
een koppel. Het vrouwtje haalt dan een groot deel van
het mooie nest weer leeg en bekleedt het opnieuw
(met hulp van manlief).
JONGEN
Meestal worden de eieren tussen tien en vijfentwintig
april gelegd, in totaal zo'n vier tot zes stuks. Vanwege de
warme kwakkelwinters is de spreeuw er steeds vroeger
bij en komt een tweede legsel in mei vaker voor. Na
twaalf dagen broeden komen de eieren uit en begint
het voederen van de jongen. Het hoofdvoedsel van
de jongen bestaat uit insectenlarven die in graslanden
leven. Vooral emelten, de larven van de langpootmug,
zijn populair. Na zo'n twintig dagen verlaten de jongen
het nest en foerageren dan vaak in familiegroepjes. In
zo'n groepje zijn de jonge dieren te herkennen aan hun
bruine verenkleed. Dit bruine verenkleed maakt in de
(na)zomer plaats voor een meer gestippeld kleed, maar
tot in de winter houden ze hun bruine kop. In de loop
van de winter ruien ook de kopveren en krijgen ze net
zo'n schitterend verenpak als hun ouders.
E. Speksnijder is medewerker ecologie van stichting
Het Zeeuwse Landschap
Twee mannetjes
spreeuwen 'rollen'
vechtend over
straat.