bondgenoten van de Zeeuwse boeren Er was een tijd dat je bij uitzondering een torenvalk zag. Dat is bijna een halve eeuw geleden. Tegenwoordig is deze roofvogel een karakteristieke bewoner van de Zeeuwse polders. Met speciale dank aan de fruittelers die grootleverancier zijn van woonruimte in de vorm van op hoge palen geplaatste nestkasten. Een kwestie van welbegrepen eigenbelang. Tekst en foto's: Chiel Jacobusse TORENVALKEN Hoewel de torenvalk bekend staat als een muizeneter bij uitstek, is hij zeker niet vies van andere prooien. Regenwormen en kleine vogels staan ook op het menu en juist dat laatste maakt de valkjes tot een bondgenoot van de fruittelers. Overigens is ook het massaal vangen van muizen in het voordeel van de agrariërs. In akkergebieden en op boerderijen worden daarom vaak nestkasten geplaatst. ZEEUWS -10-LANDSCHAP Torenvalken jagen meestal vanuit de lucht. Daar'hangen'ze stil op één plaats om prooien in de omgeving te ontdekken. De vogel is één en al beweging om exact op dezelfde plaats te kunnen blijven. Alleen de kop beweegt tijdens het zogenoemde bidden geen millimeter. De term bidden voor het jagen vanaf een vaste positie in de lucht berust op een vertaalfout. Het jagen van roofvogels heet in het Engels preying, afgeleid van prey, het Engelse woord voor prooi. Op de klank is dat vertaald vertaald met'bidden', wat in het Engels praying is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2017 | | pagina 20