(KUv SW$I*xgJU/ kt 1 Wannes en Keetje lopen over het plankierpad in Het Verdronken Land van Saeftinghe. Het is een fijne dag; de zon schijnt. Een korte broek en t-shirt zijn vandaag voldoende. Maar natuurlijk hebben ze wel hun laarzen aan! "Ja, hier is de volgende opdracht," roept Wannes enthousiast. "Even kijken wat we nodig hebben Een schepje, een loeppotje, een zeef en de zoekkaart." Even later zitten ze met hun schepnetje aan de waterkant. "Ik ben benieuwd wat we gaan vangen," zegt Keetje. "Wie weet zwemt er wel een kikker in mijn netje," grapt Wannes. Maar Keetje leert hem dat dat niet kan. Want kikkers leven in sloten en hier in Het Verdronken Land van Saeftinghe zijn geen sloten. "Geen sloten? Ik zie heel veel sloten reageert Wannes. "Nee, dat zijn geulen," antwoordt Keetje. "Sloten zijn door mensen gemaakt en geulen door de natuur/'Wannes knikt begrijpend. "Omdat geulen gemaakt worden door zeewater is het water in een geul zout en in een sloot is het zoet," vult Keetje aan. "Je zal dus geen kikker vangen, Wannes, want een kikker leeft in zoet water." Wannes en Keetje turen naar hun schepnetje. Hopelijk vangen ze een krabbetje of een garnaal! 1 Te ZEEUWS -22-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2017 | | pagina 36