Graag neem ik vrienden uit de Randstad op sleeptouw door onze prachtige provincie. Onderweg ontstaan er regelmatig discussies over natuur en landschap. Eén van de ugkerende thema's is de verstoring van vogels. Voor veel mensen lijkt dat niet zo schadelijk. Ook ervaren zij het opvliegen van vogels meestal positief: het is toch een mooi gezicht! Hoe ernstig is deze verstoring nu eigenlijk? Dwergstern- Verstoring van vogels is een fenomeen dat zich in de toerisme van de natuur regelmatig voordoet. Zo was er recent grote goede soort, op paniek bij de grote sterns op de Hooge Platen: er NeeltjeJans. landde een zeearend bij de broedkolonie. Gelukkig (W. Castelijns) was deze stress van korte duur en zagen we dit jaar een goed broedresultaat. Verstoring door menselijke activiteiten vindt steeds vaker plaats langs onze kust. Helaas wordt dit niet altijd even serieus genomen: natuurlijke oorzaken verstoren vogels ook, dus wat maakt die extra menselijke activiteit dan nog uit? In deze discussie is het relatief simpel om een vergelijking met ons eigen leven te maken. Zo is het goed te overzien als een vreemd geluidje een keer wakker maakt. Anders wordt het als dit zeer frequent gebeurt. Dit geldt ook voor vogels: de effecten zijn te overzien bij een enkele verstoring. Maar als het vaak gebeurt, kan dat negatieve gevolgen hebben. GEVOLGEN Verstoring kan vogels veel energie kosten. Niet alleen voor het opvliegen zelf, maar ook omdat er minder tijd overblijft om voedsel te verzamelen. Hierdoor kan bij frequente verstoring de gezondheid van de vogels verslechteren. In de broedtijd kan teveel verstoring daarbij leiden tot afkoeling van de eieren of tot extra predatie, omdat het ouderpaar het nest tijdelijk verlaat. Hierdoor kan het broedsel dus mislukken. Net als bij mensen is ook voor vogels voldoende rust dus noodzakelijk voor de overleving. Het lastige bij verstoring is echter dat de effecten sterk verschillend zijn per vogelsoort. Dit maakt de beoordeling van het effect moeilijk. Zo raken sommige vogelsoorten snel verontrust en vluchten al weg bij een gering geluid. Andere vliegen pas weg als de storingsbron dichtbij is. Dit is ook afhankelijk van het tijdstip: als er voldoende gegeten is, zijn vogels sneller geneigd te vluchten bij verstoring dan als ze net begonnen zijn voedsel te verzamelen. In hoeverre er negatieve effecten optreden hangt ook sterk af van het seizoen. Zo is verstoring op een potentiële broedlocatie vlak voor de nesteltijd voor diverse vogels een reden om deze plek links te laten liggen. Dit maakt dat menselijke activiteiten kunnen leiden tot een afname van het aantal geschikte broedplaatsen. Ook heeft verstoring in de winter voor vogels meer negatief effect dan in de zomer. In het koudste seizoen, met het minste daglicht, is alle beschikbare tijd en energie immers nodig om eten te vinden en warm te blijven. Voor trekvogels kan teveel verstoring zelfs leiden tot onvoldoende opbouw van vet om de seizoenstrek te overleven. NATUURBELEVING Het beleefbaar maken van de natuur vormt een ZEEUWS -12 -LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2017 | | pagina 12