Paddenstoelen vind je vooral in de herfst. Ze
zijn er eigenlijk het hele jaar. Meestal zijn het
alleen schimmeldraden in de grond of in het
hout van een boom, wat met een moeilijk
woord de zwamvlok heet. Meestal kun je die
niet zien. In de herfst komen de paddenstoelen
die je wél ziet hieruit tevoorschijn.
De groei van een paddenstoel lijkt wel een
beetje op een appelboom. De boom is er het
hele jaar, net als de zwamvlok. In de herfst
krijgt de appelboom vruchten, de appels. In de
appels zitten pitjes,
dat zijn de zaadjes.
De paddenstoel kun
je vergelijken met
een appel. In een
paddenstoel zitten ook
een soort zaadjes. Die
heten echter sporen.
Ze zitten verstopt
onder de hoed.
Sommige
schimmeldraden
groeien vanuit één
plek, als een groot wiel.
Alleen aan de rand
daarvan verschijnen
de paddenstoelen. Die
staan dan ook in een
cirkel. Vroeger dachten
de mensen dat daar heksen gedanst hadden.
Op de plaats waar zij een rondje dansten,
verschenen de paddenstoelen. Vandaar de
naam heksenkring.
Er bestaan ook paddenstoelen die er uitzien als
een bol. In die bol ontstaan de sporen. Als ze rijp
zijn, barst de wand van de bol open en stuiven
de sporen er als een rookpluim uit. De wind kan
ze dan verspreiden, om op andere plekken een
nieuwe zwamvlok te laten groeien.
Als je op zoek gaat naar paddenstoelen, neem
dan een spiegeltje mee. Daarmee kun je
gemakkelijk onder de hoed kijken. Ze zien er
daar vaak heel mooi uit.
^^De bekende paddenstoel
met de rode hoed en
witte stippen is de
vliegenzwam. Vroeger
maakten de mensen
een papje van de
vliegenzwam, met melk
of suiker. Dat gebruikten
ze als vliegenvanger.
Als een vlieg hiervan
snoepte, ging die dood.
Paddenstoelen zijn een
soort vuilnismannetjes
van de natuur. Ze
groeien altijd op iets: op
bladeren, takjes of een
boomstam. Daar vinden
ze hun voedsel. Met hun
worteltjes halen ze dat
er uit. De ondergrond breekt zo langzaam af en
verdwijnt uiteindelijk. Zo zijn paddenstoelen de
opruimers in de natuur.
ZEEUWS -23-LANDSCHAP