Mannetje zwartkop. VERBAZINGWEKKENDE VERSCHILLEN Al bladerend in het oude tijdschrift val je van de ene verbazing in de andere. Om te beginnen om wat er was. Gekraagde roodstaart en geelgors worden beide bijvoorbeeld als'algemeen'aangeduid. In de terminologie van de auteurs betekent dat dat er minstens vele honderden of zelfs duizenden paren op Zuid-Beveland broedden. Beide soorten zijn radicaal verdwenen. Andersom broedden de staartmees en de groene specht er destijds niet en werden slechts heel zelden gezien. De heggenmus wordt een zeldzame broedvogel genoemd en tegenwoordig algemene soorten als tjiftjaf en zwartkop staan als "mogelijk zeer zeldzame broedvogel" vermeld. ZEEUWS -20-LANDSCHAP gans en brandgans waren destijds bekend als wintergast, maar broedden er zeker niet. Bij hun vestiging als - inmiddels talrijke - broedvogel speelde het veranderende klimaat een rol. Maar wat minstens even zwaar telt is dat de eerste individuen vaak uit gevangenschap afkomstig waren en daarna wilde soortgenoten aantrokken. Voor de ganzen die hier overwinteren kan dat soms moeilijk worden aangetoond; voor soorten als de nijlgans en de Canadese gans staat dat echter wel vast. Die kwamen gewoon helemaal nooit voor in Nederland. Hun vestiging pakt vaak desastreus uit voor de inheemse soorten. ROOFVOGELS EN KRAAIEN Over de kauw meldt Warren: "Algemene broedvogel in schoorstenen te Goes, ook wel in holle bomen in het reigersbos aldaar. Verder verspreid enkele broed paren in de dorpen en in schoorstenen van alleen staande woningen in het polderland." De ekster werd beschouwd als een zeldzame broedvogel en de zwarte kraai was "niet algemeen". Het kan haast niet anders of hier speelde de eeuwenlange, felle vervolging een rol. Kraaiachtigen, maar ook roofvogels, zag men als geduchte concurrent van de jager en de immer actieve jachtopzieners en veldwachters hielden de soorten kort. Tegenwoordig algemene broedvogels als buizerd en bruine kiekendief waren destijds als broedvogel onbekend. De kwalificatie "zeer zeldzame gast" voor de havik Dezomertonet GESTEGEN BIODIVERSITEIT was vroeger Eén van de eerste vragen die bij een vergelijking algemeen, maar tussen toen en nu oprijst is wat het saldo is van de is nu vrijwel toe- en afname van soorten. Dat is gemakkelijk bij verdwenen, soorten die verdwenen of juist nieuw verschenen zijn. Maar veel moeilijker is het met soorten waarvan het aantal sterk toe- of afgenomen is. Dat is lang niet altijd vast te stellen, omdat er geen oude informatie over de absolute aantallen bestaat. Wel worden in de Avifauna uit 1948 schattingen van de dichtheden gegeven. Een zinnige vergelijking is alleen mogelijk als het broedvogels betreft. Onder de doortrekkers en wintergasten komen echter teveel toevalstreffers en incidentele waarnemingen voor om een zinnige vergelijking te kunnen maken. De vergelijking van broedvogels die geheel verdwenen of juist nieuw verschenen zijn levert een verbazingwekkende uitkomst op: zeven soorten zijn sinds 1948 verdwenen, maar daar tegenover staan er zeker twintig die nieuw verschenen zijn! Een flinke toename van de biodiversiteit dus. Je zou haast zeggen: waar maken we ons nog zorgen om? GANZEN Het zal niemand verbazen dat onder de nieuw gevestigde soorten de nodige ganzen zijn. Grauwe

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2017 | | pagina 24