Tekst: Caroüen van de Kreeke Illustraties: Herman Nauta, www.hermannauta.nl Het ijs is dik. Wannes en Keetje zien er veel mensen van genieten. Iedere middag zijn er veel schaatsers. Daarom gaan Wannes en Keetje er al 's morgens naartoe. Dan is het nog niet zo druk. En kou? Nee, daar hebben ze geen last van. Ze hebben dikke kleren aan, een muts op en wanten aan. En twee paar sokken. Dat is ook wel handig omdat hun schaatsen wat te groot zijn. "Hoe komt het eigenlijk dat water in ijs verandert?", vraagt Wannes aan Keetje. Keetje weet het antwoord, omdat de juf dat op school verteld heeft. "Water bestaat uit heel kleine deeltjes. Die worden ook wel watermoleculen genoemd. Ze bewegen. Maar onder nul graden bewegen ze langzamer en haken aan elkaar vast. Zo krijg je hard en stijf ijs." Als Wannes en Keetje uitgeschaatst zijn, gaan ze een sneeuwpop maken. Dat is ook ontzettend leuk! Als die klaar is, gaan ze op zoek naar spullen, zoals een neus, armen en een muts. Wat zie jij dat ze daarvoor gebruikt hebben? ZEEUWS -22-LANDSCHAP

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2017 | | pagina 26