SAMENWERKEN VOOR AKKERVOGELS w interrog. riL Saüi v.Ayj Lm -■ TSH. «fc; Door Chris Vreugdenhil en Caroline Geluk Sinds vier jaar werken agrariërs en Het Zeeuwse Landschap intensief samen binnen het project'Boeren voor akkervogels' Inmiddels worden de resultaten zichtbaarder. STOLPWEGGEBIED SCHOUWEN Op Schouwen-Duiveland, ten noorden van de bekende Koudekerksche Inlaag met zijn Plompe Toren, ligt een akkerbouwgebied dat inmiddels in de volksmond bekend staat als het Stolpweggebied. Het omvat onder andere zo'n vijftig hectare grond die Het Zeeuwse Landschap oorspronkelijk aankocht voor de realisatie van het Kustlaboratorium. Daarnaast horen er ruim vierhonderd hectare akkers en een beperkte oppervlakte grasland bij, eigendom van plaatselijke boeren. De gronden zetten we in een gezamenlijk project met de agrariërs in om meer ruimte voor akkervogels te creëren. Akkervogels zoals de veldleeuwerik en de patrijs behoren tot de snelst achteruitgaande soorten Van onze fauna. Vogels ars de ortolaan, de grauwe gors en de geelgors zijn de afgelopen decennia al uitgestorven in Zeeland. De beide eerstgenoemde soorten in heeLNederland. sg&. T STOPPELVELDEN VORMDEN DE BASIS Het begon met stoppelvelden. Al siiidï"jaaireh.dag stond het gebied bekend als een bela'ngtijife oyerfyinteringspJek yoor roofvogels en uilen. Die foeragderdenin.de winter' boven de stoppelvelden;Waar het gewas geoogst was, maar waarde bopren pas na de winter ploegden. In zulke stöpp§h/elden zijn veel overwinterende muizen te vtHÖen, en ook allerlei boerenlandvogels die er voedsel en dekking vindén^m c(e wintel d^or te komen. SUCCES Het akkervogelproject begon met hetïluiten van een deal met de plaatselijke boeren om de stoppelvelden de winter over te laten staan. Het Zeepwse Landschap verpachtte haar gronden aan deel nemend^ agrariërs in ruil voor maatregelen voor akkervogels, Al snel ging het echter om veel meer dan alleen de stoppelvelden, Dun iqgezaaide ak'kêfranden, bonte hooilandranden, bloemenblokken en teelt van landbouwgewassen in smalle stroken hebben ook een gunstige invloed op akkervogels. Dankzij deze maatregelen zagen we bijvoorbeeld een duidelijke toename van het aantal broedende veldleeuweriken. Vier jaar geleden was het nog stil in het westen van het gebied, maar in 2017 zongen er zeven veldleeuweriken. PATRIJZEN In de winter overleven ze voor de veiligheid in 'kluchten', groepen van soms wel twintig patrijzen bij elkaar. Maar bij het verschijnen van deze editie van dit magazine zijn ze als paartjes druk bezig met nestelen. Samen met partners uit binnen- en buitenland nemen we deel aan het Interreg-project PARTRIDGE. Daarbij leren we van elkaar hoe we het beste maatregelen kunnen nemen voor de patrijs en zorgen we voor een veilig broedgebied. Patrijzenkuikens moeten zelf hun voedsel vinden en eten de eerste weken alleen insecten. Daarom zorgen we voor veel bloemen in het landschap, die veel insecten aantrekken. (C Jacob BOEREN Naast veehouder Peter de Hoop we'rken weinet nog' negen andere agrariër-s samen. Dat doen we op een manier die niet alleen goed is voor de vogels, maar ook voor-het bddemlevën, de irtsëcterï^n%st but not least: voor de deelnemende boerèn. Zo \yillen we léten zien dat-een lonend boerenbedrijf wel degelijk samen kan gaan met bèhoud varr - typische natuurwaarden van het agrarische gebied. 1 h- ji C*.. 'Cl North Sea Region PARTRIDGE/ EUROPESE SAMENWERKING In vijf Europese landen komen tien gebieden waar op dezelfde manjer gewerkt wordt aan het behoud van akkervogefs In het algemeen en van de patrijs In het bijzonder. De effecten yvorden nauwkeurig gevolgd en ai doëpde kunnen wé als samenwerkingspartners veel van eïkaar leren om de vogels van het akkerland te behouden. C. Vreugdenhil is medewerker ecologie en C. Geluk is medewerker communicatie van stichting Het Zeeuwse Landschap At. - - *T- -- - iiC ZEEUWS - 20 - LANDSCHAP ZEEUWS-21 - LANDSCHAP Hfi/vSbi - j 'w Ttb d 7*5 European Regional Development Fund EUROPEAN UNION

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2018 | | pagina 11